Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. broedsel:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor broedsel (Nederlands) in het Engels

broedsel:

broedsel [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het broedsel (broed; gebroed)
    the brood
    • brood [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor broedsel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brood broed; broedsel; gebroed broed; broeden; gebroed; jong gedierte; kinderen; kroost; nageslacht; nakomelingen; telgen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brood aftobben; nadenken; peinzen; piekeren; prakkiseren; tobben

Verwante woorden van "broedsel":

  • broedsels

Wiktionary: broedsel

broedsel
noun
  1. een aantal gezamenlijk bebroedde eieren en de jongen die daaruit voortkomen
broedsel
noun
  1. the young of any egg-laying creature