Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. pluim:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor pluim (Nederlands) in het Engels

pluim:

pluim [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de pluim (veer)
    the feather; the ferryboat
  2. de pluim (helmpluim)
    the marram panicle

Vertaal Matrix voor pluim:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
feather pluim; veer
ferryboat pluim; veer heen en weer; veerboot
marram panicle helmpluim; pluim

Verwante woorden van "pluim":

  • pluimen, pluimpje, pluimpjes

Wiktionary: pluim

pluim
noun
  1. element of bird wings
  2. plume
  3. feather

Cross Translation:
FromToVia
pluim praise; acclaim louangediscours ou paroles par lesquelles on relever le mérite de quelqu’un, de quelque action, de quelque chose.
pluim plumage; plume; panache panache — Ornement de chapeau

Verwante vertalingen van pluim