Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Engels ->Zoek: telefoon

Nederlandse en Engelse zoekresultaten voor: telefoon

Overzicht

Nederlands naar Engels: Meer gegevens...

telefoon:
- telephone; phone; handset; receiver
Telefoon:
- Phone
Wiktionary:
- telefoon → telephone, phone
- telefoon → telephone, phone

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor telefoon (Nederlands) in het Engels

telefoon:

telefoon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de telefoon (telefoontoestel)
the telephone; the phone; the handset; the receiver
- telephone [the ~] zelfstandig naamwoord
- phone [the ~] zelfstandig naamwoord
- handset [the ~] zelfstandig naamwoord
- receiver [the ~] zelfstandig naamwoord
de telefoon
the telephone
- telephone [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor telefoon:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
handset	telefoon; telefoontoestel	handset
phone	telefoon; telefoontoestel	smartphone
receiver	telefoon; telefoontoestel	bewindvoerder; handelaar in gestolen goederen; heler; hij die ontvangt; iemand aan wie iets gegeven wordt; ontvanger; recipiënt
telephone	telefoon; telefoontoestel
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
phone		bellen; door de telefoon praten; iemand opbellen; opbellen; telefoneren; telefoontje plegen
telephone		bellen; door de telefoon praten; iemand opbellen; opbellen; telefoneren; telefoontje plegen

Verwante woorden van "telefoon":

telefonen, telefoons, telefoontje

Verwante definities voor "telefoon":

apparaat waarmee je op afstand met iemand kunt praten¹
- wij hebben zo'n telefoon met druktoetsen¹

Wiktionary: telefoon

telefoon

noun

een toestel waarmee men geluid over kan brengen door middel van galvanische stroom
- telefoon → telephone

telefoon

noun

A device for transmitting conversations (telephone)
- phone → telefoon
an electronic device used for two-way talking with other people
- telephone → telefoon

Cross Translation:

From	To	Via
• telefoon	→ telephone	↔ Fernsprecher — (heute) handliches (früher stehendes oder beispielsweise an einer Wand befestigtes) [Handgerät\|Standgerät\|Wandgerät]Gerät für die Übermittlung von Sprache über mehr oder weniger große Entfernungen
• telefoon	→ phone; telephone	↔ Telefon — Gerät für die Übermittlung von Sprache über große Entfernungen
• telefoon	→ telephone; phone	↔ téléphone — Apareil utilisé pour mener une conversation à distance

Telefoon:

Telefoon

Telefoon
the Phone
– An item the user can select in the Options dialog box, Phones tab, from the "Select the default device for calling phone numbers" drop-down list. When the user selects Phone as the default device for calling phone numbers, Communicator uses the PBX phone integrated with Communicator for making a call. ²
- Phone [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Telefoon:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Phone	Telefoon

Verwante vertalingen van telefoon