Overzicht
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
- spanning:
- Wiktionary:
-
Gebruikers suggesties voor spanning:
- suspense, suspence
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- span:
-
Wiktionary:
- span → overspannen, spannen
- span → spannen, bespannen, inspannen, tuigen, optuigen, voorspannen
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor spanning (Nederlands) in het Engels
spanning:
-
de spanning (strakheid; gespannenheid)
-
de spanning (emotionele spanning; gespannenheid)
Vertaal Matrix voor spanning:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
burden | emotionele spanning; gespannenheid; spanning | draaglast; gevoelslast; last |
strain | gespannenheid; spanning; strakheid | bloeddruk; concentratie; fysieke inspanning; gespannenheid; ingespannenheid; inspanning; krachtsinspanning; last; moeite; poging; soesa; tensie |
stress | emotionele spanning; gespannenheid; spanning | stress |
tenseness | gespannenheid; spanning; strakheid | concentratie; gespannenheid; ingespannenheid |
tension | gespannenheid; spanning; strakheid | nervositeit; zenuwachtigheid |
tightness | gespannenheid; spanning; strakheid | beklemdheid; benauwdheid; concentratie; engte; gebrek; gespannenheid; gevoel van beklemming; ingespannenheid; krapte; nauwheid; schaarsheid; schaarste; smalheid; smalte; tekort |
- | stroom | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
burden | belasten; opdragen; opzadelen | |
strain | strekken | |
stress | beklemtonen; benadrukken; betonen; stressen |
Verwante woorden van "spanning":
Synoniemen voor "spanning":
Verwante definities voor "spanning":
Wiktionary: spanning
spanning
Cross Translation:
noun
spanning
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• spanning | → hazard; risk; venture; uncertainty | ↔ aléa — désuet|fr chance bonne ou mauvaise. |
• spanning | → anxiety; anguish; dread; apprehension | ↔ anxiété — inquiétude |
• spanning | → constraint; stress | ↔ contrainte — violence qu’on exercer contre quelqu’un, pour l’obliger à faire quelque chose malgré lui ou pour l’empêcher de faire ce qu’il vouloir. |
• spanning | → tension; stretch; stress | ↔ tension — État de ce qui est tendu (sens général) |
• spanning | → stretch | ↔ tension — Action de tendre |
• spanning | → stress | ↔ tension — Grande application, effort continu |
• spanning | → voltage | ↔ tension — Différence de potentiel électrique |
User Translations:
Word | Translation | Votes |
---|---|---|
spanning | suspense | 43 |
spanning | suspence | 13 |
Computer vertaling door derden:
Verwante vertalingen van spanning
Engels
Uitgebreide vertaling voor spanning (Engels) in het Nederlands
span:
-
to span (bind tightly)
Conjugations for span:
present
- span
- span
- spans
- span
- span
- span
simple past
- spanned
- spanned
- spanned
- spanned
- spanned
- spanned
present perfect
- have spanned
- have spanned
- has spanned
- have spanned
- have spanned
- have spanned
past continuous
- was spanning
- were spanning
- was spanning
- were spanning
- were spanning
- were spanning
future
- shall span
- will span
- will span
- shall span
- will span
- will span
continuous present
- am spanning
- are spanning
- is spanning
- are spanning
- are spanning
- are spanning
subjunctive
- be spanned
- be spanned
- be spanned
- be spanned
- be spanned
- be spanned
diverse
- span!
- let's span!
- spanned
- spanning
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
-
the span (width)
de spanwijdte -
the span (width)
Vertaal Matrix voor span:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
spanbreedte | span; width | |
spanwijdte | span; width | |
- | bridge; straddle | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
met gespannen voorwerp omsluiten | bind tightly; span | |
omspannen | bind tightly; span | enclose with the hands |
overspannen | bind tightly; span | |
- | cross; sweep; traverse | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
overspannen | exaggerated; overwrought; stressed | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | cover over; embrace; extend over; range over; stretch over |
Verwante woorden van "span":
Synoniemen voor "span":
Verwante definities voor "span":
Computer vertaling door derden: