Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. nieuws:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor nieuws (Nederlands) in het Engels

nieuws:

nieuws [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het nieuws (journaal)
    the news
    • news [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. het nieuws (nieuwsbericht)
    the news bulletin; the news item; the news report; the news
  3. het nieuws (televisiejournaal)
    the television news; the news

Vertaal Matrix voor nieuws:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
news journaal; nieuws; nieuwsbericht; televisiejournaal bericht; blad; maandblad; magazine; periodiek; tijding; tijdschrift; tijdspiegel; weekblad
news bulletin nieuws; nieuwsbericht journaal; nieuwsjournaal
news item nieuws; nieuwsbericht
news report nieuws; nieuwsbericht
television news nieuws; televisiejournaal

Verwante definities voor "nieuws":

  1. wat nog niet bekend was1
    • om acht uur luister ik naar het nieuws1

Wiktionary: nieuws

nieuws
noun
  1. actuele ontwikkelingen
  2. een uitzending in de media waarin berichten over actuele ontwikkelingen worden verspreid aan het publiek
nieuws
noun
  1. reports of current events
  2. new information of interest

Cross Translation:
FromToVia
nieuws news nouvellesrenseignement sur l’état d’une personne ou d’une chose dont on n’était pas informer depuis quelque temps.

Verwante vertalingen van nieuws