Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. fakkel:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor fakkel (Nederlands) in het Engels

fakkel:

fakkel [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de fakkel (toorts; flambouw)
    the torch; the flaming torch; the flare
    • torch [the ~] zelfstandig naamwoord
    • flaming torch [the ~] zelfstandig naamwoord
    • flare [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor fakkel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flaming torch fakkel; flambouw; toorts
flare fakkel; flambouw; toorts lichtgranaat; lichtkogel; olifantspijp; signaalvlam; soulpijp; wijde broekspijp
torch fakkel; flambouw; toorts zaklamp; zaklantaarn
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flare flikkeren; fonkelen; glanzen; schijnen; sprankelen; stralen; twinkelen

Verwante woorden van "fakkel":

  • fakkels, fakkeltje, fakkeltjes

Wiktionary: fakkel

fakkel
noun
  1. torch
  2. stick with flame at one end

Cross Translation:
FromToVia
fakkel torch Fackel — einfaches Gerät in Gestalt eines meist mit geeigneten brennbaren Stoffen (Wachs, Pech usw.) am oberen Ende versehenen Stockes, der dort entzündet wird, dient meist zum Leuchten, Signalisieren, Anzünden oder zu artistischen Darbietungen
fakkel torch torche — flambeau

Verwante vertalingen van fakkel