Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. lijfspreuk:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor lijfspreuk (Nederlands) in het Engels

lijfspreuk:

lijfspreuk [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de lijfspreuk (motto; devies)
    the motto; the parole; the maxim
    • motto [the ~] zelfstandig naamwoord
    • parole [the ~] zelfstandig naamwoord
    • maxim [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor lijfspreuk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
maxim devies; lijfspreuk; motto aforisme; axioma; gezegde; grondeigenschap; grondstelling; hoofdstelling; leus; leuze; parool; spreuk; stelregel; zinspreuk
motto devies; lijfspreuk; motto bevelschrift; consigne; dwangbevel; leus; leuze; opdracht; order; parool; spreuk; taak
parole devies; lijfspreuk; motto bevelschrift; consigne; dwangbevel; opdracht; order; taak

Verwante woorden van "lijfspreuk":


Wiktionary: lijfspreuk

lijfspreuk
noun
  1. een spreuk waarnaar iemand zijn leven inricht
lijfspreuk
noun
  1. sentence, phrase or word forming part of an heraldic achievement