Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
anchor
|
|
anker; bladwijzer; muuranker; objectanker; steun; steunpilaar; toeverlaat
|
book
|
|
band; boek; boekje
|
chain
|
|
aaneengeschakelde ringen om iemand mee vast te binden; aaneenschakeling; boei; cyclus; grootwinkelbedrijf; halsketting; halssnoer; kabel; kabeltouw; keten; ketting; kettinkje; kluister; reeks; rij; samentrekking; samenvoeging; scheepskabel; scheepstouw; serie; snoer; winkelketen
|
fetter
|
|
aaneengeschakelde ringen om iemand mee vast te binden; boei; boeien; handboeien; handijzers; keten; ketting; kluister
|
fix
|
|
impasse
|
list
|
|
ledenlijst; legerlijst; lijst; lijst van gegevens; opgaaf; opgave; opnoeming; opsomming; overzicht; register; slagzij; staat; staatje; tabel; tafel
|
moor
|
|
hei; heide; heidecultuur; heidegrond; heideveld; heidevlakte
|
note
|
|
aantekening; attest; bankbiljet; bewijs; briefje; intonatie; kattebelletje; kladbriefje; kladje; klank; klankgeluid; klankkleur; klanktint; krabbel; krabbelbriefje; muzieknoot; noot; notitie; opschrijving; papiergeld; schrijfsel; timbre; toon; zakelijke notitie
|
record
|
|
album; elpee; grammofoon; grammofoonplaat; l.p.; langspeelplaat; lijst; lijst van gegevens; lp; opgaaf; opgave; optekening; overzicht; plaat; rapport; record; reportage; schijf; staat; staatje; verhaal; verslag; weergave
|
register
|
|
bevolkingsbureau; hoofdboek; kiesregister; kiezerslijst; kiezersregister; klapper; ledenlijst; lijst; register
|
reserve
|
|
bedeesdheid; gereserveerdheid; geslotenheid; reserve; reservist; schroom; schuwheid; terughoudendheid; timiditeit; verlegenheid
|
secure
|
|
borgen
|
tie
|
|
das; halsdoek; handenbinder; handenbindertje; knopen; shawl; sjaal; stropdas
|
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
allocate
|
bespreken; reis boeken; reserveren; vastleggen
|
gunnen; iets toekennen; plaats toekennen; plaatsen; reserveren; toebedelen; toekennen; toewijzen; voorbehouden
|
anchor
|
aanleggen; aanmeren; afmeren; meren; vastbinden; vastleggen; vastmaken; vastmeren
|
ankeren; verankeren
|
book
|
boeken; noteren; opschrijven; optekenen; registreren; vastleggen
|
boekstaven; inschrijven; opgeven; te boek stellen
|
chain
|
vastketenen; vastkluisteren; vastleggen
|
binden; boeien; ketenen; kluisteren
|
enter into
|
boeken; noteren; opschrijven; optekenen; registreren; vastleggen
|
aanbinden; aangaan; aanknopen; beginnen; inboeken
|
fasten
|
aan een touw vastleggen; aanleggen; aanmeren; afmeren; bevestigen; meren; vastbinden; vastleggen; vastmaken; vastmeren; vastzetten; verbinden; verzekeren
|
aan elkaar bevestigen; aan elkaar binden; aan elkaar knopen; aandrukken; aanhaken; aanhechten; aankoppelen; bevestigen; binden; ergens aan bevestigen; hechten; in de val laten lopen; knevelen; knopen; opsluiten; strikken; vastbinden; vastdrukken; vasthaken; vastknopen; vastkoppelen; vastmaken; vastnaaien; vastzetten
|
fasten to a rope
|
aan een touw vastleggen; vastleggen
|
|
fetter
|
vastketenen; vastkluisteren; vastleggen
|
handboeien omdoen; in de boeien slaan; ketenen
|
fix
|
aan een touw vastleggen; vastleggen
|
aan elkaar binden; aan elkaar knopen; aanhechten; aanpassen; afdoen; afstellen; afstemmen; bevestigen; bijstellen; fiksen; fixeren; flikken; goedmaken; hechten; herstellen; iets regelen; in orde maken; klaarspelen; klaren; knopen; maken; onuitwisbaar maken; rechtstrijken; rechtzetten; regelen; repareren; schikken; strikken; vastknopen; verhelpen; voor elkaar krijgen
|
fix deposit
|
geld vastleggen; vastleggen
|
|
inscribe
|
boeken; noteren; opschrijven; optekenen; registreren; vastleggen
|
aanmelden; bedrukken; graveren; griffelen; griffen; inschrijven; intekenen; met een stift inkrassen; opdrukken; opgeven; overdrukken; subscriberen
|
legally bind
|
contracteren; vastleggen
|
|
list
|
boeken; noteren; opschrijven; optekenen; registreren; vastleggen
|
een lijst maken; erbij zeggen; noemen; opnemen in een lijst; opnoemen; opsommen; vermelden
|
make reservations
|
bespreken; reis boeken; reserveren; vastleggen
|
|
moor
|
aan een touw vastleggen; aanleggen; aanmeren; afmeren; meren; vastbinden; vastleggen; vastmaken; vastmeren
|
verankeren
|
note
|
boeken; noteren; opschrijven; optekenen; registreren; vastleggen
|
|
note down
|
boeken; noteren; opschrijven; optekenen; registreren; vastleggen
|
|
put aside
|
bespreken; reis boeken; reserveren; vastleggen
|
achterhouden; behouden; opzijleggen; opzijzetten; reserveren; terughouden; voorbehouden
|
put away
|
bespreken; reis boeken; reserveren; vastleggen
|
achterhouden; behouden; bergen; bewaren; nuttigen; opbergen; opruimen; opzij leggen; opzijleggen; reserveren; stallen; terughouden; van zich afzetten; verschalken; voorbehouden; wegbergen; wegsluiten; wegsteken; wegstoppen; wegzetten
|
put on fixed deposit
|
geld vastleggen; vastleggen
|
|
record
|
boeken; noteren; opschrijven; optekenen; registreren; vastleggen
|
aantekenen; boeken; boekstaven; inspreken; noteren; onthouden; op schrift stellen; opnemen; opslaan; optekenen; registreren; te boek stellen
|
register
|
boeken; noteren; opschrijven; optekenen; registreren; vastleggen
|
aanmelden; aanmonsteren; aantekenen; boeken; inboeken; index maken; indexeren; inschrijven; intekenen; kadastreren; noteren; op schrift stellen; opgeven; opschrijven; optekenen; registeren; registreren; subscriberen; zich aanmelden; zich melden; zich opgeven
|
reserve
|
bespreken; reis boeken; reserveren; vastleggen
|
achterhouden; behouden; opzijleggen; reserveren; terughouden; voorbehouden
|
secure
|
bevestigen; vastbinden; vastleggen; vastmaken; vastzetten; verbinden; verzekeren
|
aan elkaar bevestigen; beveiligen; bevestigen; bewaren; deponeren; eigen maken; ergens aan bevestigen; iets bemachtigen; kopen; opslaan; van alarm voorzien; vastmaken; vastzetten; verkrijgen; verwerven; zekeren
|
set aside
|
bespreken; reis boeken; reserveren; vastleggen
|
achterhouden; behouden; opzijleggen; opzijzetten; reserveren; terughouden; voorbehouden
|
sign up
|
contracteren; vastleggen
|
registreren
|
tie
|
vastketenen; vastkluisteren; vastleggen
|
aan elkaar binden; aan elkaar knopen; aaneenbinden; binden; dichtrijgen; dichtsnoeren; in de val laten lopen; knevelen; knopen; rijgen; samenbinden; strikken; vastbinden; vastknopen; vastmaken; vastsjorren; verbinden
|
tie up
|
aan een touw vastleggen; aanleggen; aanmeren; afmeren; bevestigen; meren; vastbinden; vastleggen; vastmaken; vastmeren; vastzetten; verbinden; verzekeren
|
aan elkaar binden; aan elkaar knopen; afbinden; afsnoeren; binden; dichtbinden; in de val laten lopen; knevelen; knopen; op spaarrekening vastzetten; opbinden; strikken; toebinden; vastbinden; vastknopen; vastmaken; vastzetten
|
write down
|
boeken; noteren; opschrijven; optekenen; registreren; vastleggen
|
noteren; opschrijven; optekenen
|
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
secure
|
|
veilig
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
put aside
|
|
gereserveerd; opzijgezet
|
set aside
|
|
gereserveerd; opzijgezet
|