Nederlands
Uitgebreide vertaling voor uitstaand (Nederlands) in het Engels
uitstaand: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- uit: off; from; clear; over; evident; accomplished; out; achieved; ready; prepared; finished; completed; concluded; ready for use; complete; as from now; of today
- staand: standing; portrait; portrait orientation
- uiten: express; speak; utter; talk; impersonate; ventilate; express oneself; give expression to; reveal oneself; spout; unload
Wiktionary: uitstaand
uitstaand
adjective
-
owed as a debt