Sport: vertaling Nederlands

Overzicht

Nederlands naar Engels: Meer gegevens...

sport:
- rung; athletics; sport
Wiktionary:
- sport → sport, rung, stave
- sport → sport
- sport → sport, sports

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

sport:
- sport
- sport
Wiktionary:
- sport → sport
- sport → sport
- sport → sport

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor sport (Nederlands) in het Engels

sport:

sport [de ~] zelfstandig naamwoord

de sport (trede van een ladder)
the rung
- rung [the ~] zelfstandig naamwoord
de sport
the athletics; the sport
– an active diversion requiring physical exertion and competition ¹
- athletics [the ~] zelfstandig naamwoord
- sport [the ~] zelfstandig naamwoord
de sport
sport
- sport

Vertaal Matrix voor sport:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
athletics	sport	atletiek
rung	sport; trede van een ladder
sport	sport
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
sport	sport

Verwante woorden van "sport":

sporten

Verwante definities voor "sport":

activiteit waarbij je je lichamelijk inspant²
- zij doet niets aan sport²

Wiktionary: sport

sport

noun

lichaamsbeweging
- sport → sport
trede van een ladder
- sport → rung
stoelspaak
- sport → rung

sport

noun

ladder step
- rung → sport
any athletic activity that uses physical skills
- sport → sport
bar
- stave → sport

adjective

suitable for use in athletic activities
- sport → sport

Cross Translation:

From	To	Via
• sport	→ sport; sports	↔ Sport — das intensive Trainieren des menschlichen Körpers mit dem Ziel, den Körper zu höherer Leistungsfähigkeit zu entwickeln

Verwante vertalingen van sport

sport uitoefenen

Engels

Uitgebreide vertaling voor sport (Engels) in het Nederlands

sport:

sport [the ~] zelfstandig naamwoord

the sport (athletics)

– an active diversion requiring physical exertion and competition ¹
de sport
- sport [de ~] zelfstandig naamwoord

sport

sport
de sport
- sport [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor sport:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
sport	athletics; sport	rung
-	fun; mutant; mutation; play; sportsman; sportswoman; summercater; variation
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	boast; feature
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	sports

Verwante woorden van "sport":

sportive

Synoniemen voor "sport":

athletics; diversion; recreation
occupation; business; job; line of work; line
summercater; vacationer; vacationist
person; individual; someone; somebody; mortal; soul
sportsman; sportswoman; athlete; jock
mutant; mutation; variation; organism; being
fun; play; wit; humor; humour; witticism; wittiness
feature; boast; have
frolic; lark; rollick; skylark; disport; cavort; gambol; frisk; romp; run around; lark about; play

Verwante definities voor "sport":

the occupation of athletes who compete for pay¹
an active diversion requiring physical exertion and competition¹
verbal wit or mockery (often at another's expense but not to be taken seriously)¹
- he said it in sport¹
(biology) an organism that has characteristics resulting from chromosomal alteration¹
someone who engages in sports¹
a person known for the way she (or he) behaves when teased or defeated or subjected to trying circumstances¹
- a good sport¹
- a poor sport¹
(Maine colloquial) a temporary summer resident of Maine¹
wear or display in an ostentatious or proud manner¹
- she was sporting a new hat¹

Wiktionary: sport

sport

adjective

suitable for use in athletic activities
- sport → sport

noun

any athletic activity that uses physical skills
- sport → sport

sport

noun

lichaamsbeweging
- sport → sport

Cross Translation:

From	To	Via
• sport	→ sport	↔ Sport — das intensive Trainieren des menschlichen Körpers mit dem Ziel, den Körper zu höherer Leistungsfähigkeit zu entwickeln

Nederlandse en Engelse zoekresultaten voor: sport

Uitgebreide vertaling voor sport (Nederlands) in het Engels

sport:

sport [de ~] zelfstandig naamwoord

de sport (trede van een ladder)

de sport

de sport

Vertaal Matrix voor sport:

Verwante woorden van "sport":

Verwante definities voor "sport":

Wiktionary: sport

Verwante vertalingen van sport

Uitgebreide vertaling voor sport (Engels) in het Nederlands

sport:

sport [the ~] zelfstandig naamwoord

the sport (athletics)

sport

sport

Vertaal Matrix voor sport:

Verwante woorden van "sport":

Synoniemen voor "sport":

Verwante definities voor "sport":

Wiktionary: sport

Verwante vertalingen van sport