Overzicht
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
- nuttigen:
-
Wiktionary:
- nuttigen → take sustenance, consume, imbibe
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor nuttigen (Nederlands) in het Engels
nuttigen:
-
nuttigen (verorberen; consumeren; vreten; tot zich nemen; bunkeren; naar binnen werken; bikken; zitten proppen; schransen; tegoed doen; eten; opeten; schrokken)
-
nuttigen (eten; consumeren; gebruiken; opeten; verorberen; tot zich nemen; oppeuzelen)
to eat; to munch; to have dinner; to consume; grab a bite; to nibble; to dine; to have something to eat; to have a meal; to nybble-
grab a bite werkwoord
-
have something to eat werkwoord (has something to eat, had something to eat, having something to eat)
-
nuttigen (verschalken)
Conjugations for nuttigen:
o.t.t.
- nuttig
- nuttigt
- nuttigt
- nuttigen
- nuttigen
- nuttigen
o.v.t.
- nuttigde
- nuttigde
- nuttigde
- nuttigden
- nuttigden
- nuttigden
v.t.t.
- heb genuttigd
- hebt genuttigd
- heeft genuttigd
- hebben genuttigd
- hebben genuttigd
- hebben genuttigd
v.v.t.
- had genuttigd
- had genuttigd
- had genuttigd
- hadden genuttigd
- hadden genuttigd
- hadden genuttigd
o.t.t.t.
- zal nuttigen
- zult nuttigen
- zal nuttigen
- zullen nuttigen
- zullen nuttigen
- zullen nuttigen
o.v.t.t.
- zou nuttigen
- zou nuttigen
- zou nuttigen
- zouden nuttigen
- zouden nuttigen
- zouden nuttigen
en verder
- is genuuttigd
- zijn genuttigd
diversen
- nuttig!
- nuttigt!
- genuttigd
- nuttigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor nuttigen:
Wiktionary: nuttigen
nuttigen
verb
nuttigen
-
voedsel gebruiken
- nuttigen → take sustenance; consume
verb
-
drink