Overzicht
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- mail:
- Mail:
-
Wiktionary:
- mail → post
- mail → post, posterijen, poststuk
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor mail (Nederlands) in het Engels
mail:
Vertaal Matrix voor mail:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
e-mail; elektronische post; gebrachte brieven; post | ||
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
op de bus doen; posten; versturen; zenden |
Verwante woorden van "mail":
Verwante vertalingen van mail
Engels
Uitgebreide vertaling voor mail (Engels) in het Nederlands
mail:
-
the mail (post; posting)
– any particular collection of letters or packages that is delivered 1 -
the mail
-
the mail (e-mail; electronic mail; email)
– The exchange of text messages and computer files over a communications network, such as a local area network or the Internet. 2
Conjugations for mail:
present
- mails
simple past
- mailed
- mailed
- mailed
- mailed
- mailed
- mailed
present perfect
- have mailed
- have mailed
- has mailed
- have mailed
- have mailed
- have mailed
past continuous
- was mailing
- were mailing
- was mailing
- were mailing
- were mailing
- were mailing
future
- shall mail
- will mail
- will mail
- shall mail
- will mail
- will mail
continuous present
- am mailing
- are mailing
- is mailing
- are mailing
- are mailing
- are mailing
subjunctive
- be mailed
- be mailed
- be mailed
- be mailed
- be mailed
- be mailed
diverse
- mail!
- let's mail!
- mailed
- mailing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor mail:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
e-mail; electronic mail; email; mail | ||
gebrachte brieven | mail; post; posting | |
post | mail; post; posting | |
posten | mailing; posting | |
versturen | mailing | |
- | chain armor; chain armour; chain mail; mail service; post; postal service; ring armor; ring armour; ring mail | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
op de bus doen | mail; post | |
posten | mail; post | forward; post; remit; send; send to; station |
versturen | mail; send; ship; supply | |
zenden | mail; send; ship; supply | be at the wheel; drive; emanate; emit; exude; forward; remit; send; send out; send to; steer |
- | get off; post; send | |
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
elektronische post | e-mail; electronic mail; email; mail | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
elektronische post | electronic mail |
Verwante woorden van "mail":
Synoniemen voor "mail":
Verwante definities voor "mail":
Mail:
Vertaal Matrix voor Mail:
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |