Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor gevaar (Nederlands) in het Engels
gevaar:
-
het gevaar (onveiligheid)
-
het gevaar (onheilsdreiging; ramp; onheil)
Vertaal Matrix voor gevaar:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
danger | gevaar; onheil; onheilsdreiging; onveiligheid; ramp | onraad |
disaster | gevaar; onheil; onheilsdreiging; ramp | behoeftigheid; ellende; malheur; moeilijkheden; nood; noodwendigheid; ongeluk; onheil; onspoed; pech; ramp; rampspoed; tegenslag; tegenspoed; terugslag |
insecurity | gevaar; onveiligheid | onzekerheid |
trouble | gevaar; onheil; onheilsdreiging; ramp | bemoeilijking; beroering; chaos; ellende; gedram; gehannes; gestuntel; gezanik; gezeur; heksenketel; hinder; keet; knik; kommer; kwaal; kwel; lastigheid; malheur; misère; moeilijkheden; ongeluk; onheil; onraad; onrust; onspoed; opstootje; ordeverstoring; overlast; pech; puinhoop; ramp; rampspoed; regelloosheid; rel; roerigheid; rottigheid; slepende ziekte; stoornis; strubbeling; tegenslag; tegenspoed; terugslag; terugslagen; wanorde; wanordelijkheid; zootje |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
trouble | lastig maken; lastigvallen; teisteren |
Verwante definities voor "gevaar":
Wiktionary: gevaar
gevaar
Cross Translation:
noun
gevaar
-
groot risico
- gevaar → danger
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• gevaar | → danger | ↔ Gefahr — die Möglichkeit, dass Schaden oder eine Verletzung entsteht |
• gevaar | → danger; peril; hazard; jeopardy | ↔ danger — Ce qui est ordinairement suivre d’un malheur, ou qui exposer à une perte, à un dommage, etc. |
• gevaar | → peril | ↔ péril — danger, risque, état où il y a quelque chose de fâcheux à craindre. |