Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor beïnvloeden (Nederlands) in het Engels
beïnvloeden:
Conjugations for beïnvloeden:
o.t.t.
- beïnvloed
- beïnvloedt
- beïnvloedt
- beïnvloeden
- beïnvloeden
- beïnvloeden
o.v.t.
- beïnvloedde
- beïnvloedde
- beïnvloedde
- beïnvloedden
- beïnvloedden
- beïnvloedden
v.t.t.
- heb beïnvloed
- hebt beïnvloed
- heeft beïnvloed
- hebben beïnvloed
- hebben beïnvloed
- hebben beïnvloed
v.v.t.
- had beïnvloed
- had beïnvloed
- had beïnvloed
- hadden beïnvloed
- hadden beïnvloed
- hadden beïnvloed
o.t.t.t.
- zal beïnvloeden
- zult beïnvloeden
- zal beïnvloeden
- zullen beïnvloeden
- zullen beïnvloeden
- zullen beïnvloeden
o.v.t.t.
- zou beïnvloeden
- zou beïnvloeden
- zou beïnvloeden
- zouden beïnvloeden
- zouden beïnvloeden
- zouden beïnvloeden
diversen
- beïnvloed!
- beïnvloedt!
- beïnvloed
- beïnvloedend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor beïnvloeden:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
impress | inktstempel; stempel; zegel | |
influence | beïnvloeding; invloed; inwerking; macht | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
act upon | beïnvloeden | |
affect | beïnvloeden; raken; treffen | aangaan; belang inboezemen; beroeren; betreffen; inwerken; ontroeren; raken; slaan op; treffen; zorg inboezemen |
impress | beïnvloeden; raken; treffen | bedrukken; indrukken; induwen; inprenten; inscherpen; op het hart drukken; opdrukken; overdrukken; prenten |
influence | beïnvloeden; raken; treffen | invloed hebben |
Wiktionary: beïnvloeden
beïnvloeden
Cross Translation:
verb
beïnvloeden
-
iemand of iets proberen te veranderen, invloed nemen op
- beïnvloeden → influence
verb
-
-
-
act upon each other
-
transitive: to exert an influence upon
-
to influence
-
to influence or alter
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• beïnvloeden | → influence; affect; act; impinge; shape; sway | ↔ influer — faire impression sur une chose, exercer sur elle une action qui tendre à la modifier. |