Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. visitekaartje:
  2. Visitekaartje:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor visitekaartje (Nederlands) in het Engels

visitekaartje:

visitekaartje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het visitekaartje (naamkaartje)
    the business card; the visiting card
  2. het visitekaartje
    the contact card
    – A presentation of information about a contact, including presence status and activity. 1

Vertaal Matrix voor visitekaartje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
business card naamkaartje; visitekaartje
contact card visitekaartje
visiting card naamkaartje; visitekaartje

Verwante woorden van "visitekaartje":

  • visitekaartjes

Wiktionary: visitekaartje

visitekaartje
noun
  1. a small card with a person’s name and professional information

Cross Translation:
FromToVia
visitekaartje calling card; business card carte de visite — Petite carte sur laquelle on écrire ou fait graver son nom et qu’on laisser à la porte des personnes qui se trouvent absentes lorsqu’on aller pour leur rendre visite.

Visitekaartje:

Visitekaartje

  1. Visitekaartje (Elektronisch visitekaartje)
    the Electronic Business Card; the Business Card
    – A card-like layout on an Outlook Contact that provides the user with the look of a real world business card. 1

Vertaal Matrix voor Visitekaartje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Business Card Elektronisch visitekaartje; Visitekaartje
Electronic Business Card Elektronisch visitekaartje; Visitekaartje