Overzicht
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
- virus:
-
Wiktionary:
- virus → virus, computer virus
- virus → virus
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- virus:
-
Wiktionary:
- virus → virus, computervirus
- virus → virus
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor virus (Nederlands) in het Engels
virus:
-
het virus
Vertaal Matrix voor virus:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
virus | virus | gif; infectiestof; smetstof; toxine; vergif; vergift |
Engels
Uitgebreide vertaling voor virus (Engels) in het Nederlands
virus:
-
the virus (poison; toxin; venom)
-
the virus (contaminant; infectious matter; infection matter)
-
the virus
– Malware that replicates, commonly by infecting other files in the system, thus allowing the execution of the malware code and its propagation when those files are activated. 1
Vertaal Matrix voor virus:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
gif | poison; toxin; venom; virus | |
infectiestof | contaminant; infection matter; infectious matter; virus | |
smetstof | contaminant; infection matter; infectious matter; virus | |
toxine | poison; toxin; venom; virus | |
vergif | poison; toxin; venom; virus | |
vergift | poison; toxin; venom; virus | ptomaine; toxin |
virus | virus | |
- | computer virus |
Verwante woorden van "virus":
Synoniemen voor "virus":
Verwante definities voor "virus":
Wiktionary: virus
virus
Cross Translation:
noun
virus
-
DNA/RNA causing disease
- virus → virus
noun
-
informatica|nld schadelijk computerprogramma dat zich kopieert naar andere programma's en van binnenuit de computer kapotmaakt
-
biologie|nld een ziekteverwekker die veel kleiner is dan een bacterie
-
informatica|nld een computervirus
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• virus | → virus | ↔ virus — Entité biologique qui nécessite une cellule hôte |