Vakje: vertaling Nederlands

Remove Ads

Overzicht

Nederlands naar Engels: Meer gegevens...

vakje:
- compartment; pigeon-hole
vak:
- occupation; profession; work; employment; job; craft; metier; métier; compartment; freezing compartment; freezer
Wiktionary:
- vakje → box, compartment, square, cell
- vak → job, subject, field, craft, business
- vak → domain, profession, occupation, handicraft, trade, craft, living, special, specialty, speciality, branch, compartment, department, pigeonhole, section, division, square, specialization, ward

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vakje (Nederlands) in het Engels

vakje:

vakje [het ~] zelfstandig naamwoord

het vakje
the compartment; the pigeon-hole
- compartment [the ~] zelfstandig naamwoord
- pigeon-hole [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor vakje:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
compartment	vakje	compartiment; coupé; hol; holle ruimte; vak; vriesvak
pigeon-hole	vakje

Verwante woorden van "vakje":

vakjes, vak

Wiktionary: vakje

Cross Translation:

From	To	Via
• vakje	→ box; compartment	↔ case — Compartiment d’un casier
• vakje	→ square; cell	↔ case — Espace délimité dans un registre, formulaire ou tableau

vak:

vak [het ~] zelfstandig naamwoord

het vak (werk; beroep)
the occupation; the profession; the work; the employment; the job
- occupation [the ~] zelfstandig naamwoord
- profession [the ~] zelfstandig naamwoord
- work [the ~] zelfstandig naamwoord
- employment [the ~] zelfstandig naamwoord
- job [the ~] zelfstandig naamwoord
het vak (métier; ambacht; stiel)
the craft; the metier; the profession; the métier
- craft [the ~] zelfstandig naamwoord
- metier [the ~] zelfstandig naamwoord
- profession [the ~] zelfstandig naamwoord
- métier [the ~] zelfstandig naamwoord
het vak (werk; arbeid; taak; werkzaamheid; inspanning; ambacht; bezigheid)
the work; the job
- work [the ~] zelfstandig naamwoord
- job [the ~] zelfstandig naamwoord
het vak (vriesvak)
the compartment; the freezing compartment; the freezer
- compartment [the ~] zelfstandig naamwoord
- freezing compartment [the ~] zelfstandig naamwoord
- freezer [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor vak:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
compartment	vak; vriesvak	compartiment; coupé; hol; holle ruimte; vakje
craft	ambacht; métier; stiel; vak	ambachtsgilde; beroepsorganisatie; bond; boot; broederschap; club; georganiseerd gezelschap; gilde; metier; orde; organisatie; scheepje; schip; schuit; schuitje; stoomschip; unie; vaartuig; vakgenootschap; vereniging
employment	beroep; vak; werk	bedrijf; handel; huren van persoon; inhuren; kleine onderneming; nering; taakverschaffing; tewerkstelling; werkgelegenheid; werkverschaffing; winkelbedrijf; zaak
freezer	vak; vriesvak	diepvrieskast; diepvrieskist; diepvriezer; vrieskist; vriezer
freezing compartment	vak; vriesvak
job	ambacht; arbeid; beroep; bezigheid; inspanning; taak; vak; werk; werkzaamheid	aanstelling; aanvraag; ambt; arbeidsplaats; baan; baantje; benoeming; betrekking; contract; dienstbetrekking; functie; installatie; job; karweitje; klusje; positie; taak; werk; werkkring; werkplek
metier	ambacht; métier; stiel; vak
métier	ambacht; métier; stiel; vak	metier
occupation	beroep; vak; werk	bedrijf; bewoning; bezetting; bezigheid; handel; inbezitname; inbezitneming; kleine onderneming; nering; winkelbedrijf; zaak
profession	ambacht; beroep; métier; stiel; vak; werk	ambt; beroep; metier; professie
work	ambacht; arbeid; beroep; bezigheid; inspanning; taak; vak; werk; werkzaamheid	ageren; arbeid; bezigheid; handelen; job; karwei; werkzaamheden
-	beroep
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
work		arbeiden; handelen; leven; manipuleren; opereren; optreden; procederen; te werk gaan; uit werken gaan; werken; werkzaam zijn; wrochten

Verwante woorden van "vak":

vakken, vakje

Synoniemen voor "vak":

beroep

Verwante definities voor "vak":

wat je doet om geld te verdienen¹
- het is belangrijk dat iedereen een vak leert¹
hokje in een kast of la¹
- in dit vak horen de messen¹
onderdeel van de wetenschap¹
- wiskunde is een moeilijk vak¹
plat vlak, begrensd door rechte lijnen¹
- hoeveel vakjes heeft een dambord?¹

Wiktionary: vak

vak

noun

beroep
- vak → job
schoolvak
- vak → subject

vak

noun

course of study or domain of knowledge or practice
- field → vak; vakgebied; gebied; terrein
skilled practice
- craft → vak; stiel
commercial, industrial or professional activity
- business → vak
particular area of study
- subject → vak; vakgebied

Cross Translation:

From	To	Via
• vak	→ domain	↔ domaine — Propriété d’une assez vaste étendue et contenant des biens-fonds de diverse nature. (Sens général)
• vak	→ profession; occupation; handicraft; trade; craft; living	↔ métier — profession.
• vak	→ special; specialty; speciality; branch; compartment; department; pigeonhole; section; division; square; specialization; ward	↔ spécialité — caractère de ce qui est spécial.

¹Muiswerk Woordenboek

Remove Ads

Nederlandse en Engelse zoekresultaten voor: vakje

Uitgebreide vertaling voor vakje (Nederlands) in het Engels

vakje:

vakje [het ~] zelfstandig naamwoord

het vakje

Vertaal Matrix voor vakje:

Verwante woorden van "vakje":

Wiktionary: vakje

vak:

vak [het ~] zelfstandig naamwoord

het vak (werk; beroep)

het vak (métier; ambacht; stiel)

het vak (werk; arbeid; taak; werkzaamheid; inspanning; ambacht; bezigheid)

het vak (vriesvak)

Vertaal Matrix voor vak:

Verwante woorden van "vak":

Synoniemen voor "vak":

Verwante definities voor "vak":

Wiktionary: vak