Nederlands
Uitgebreide vertaling voor strikt (Nederlands) in het Engels
strikt:
-
strikt (stringent; dwingend; bindend; streng)
-
strikt (volgens de regels; streng)
strict; according to the rules-
strict bijvoeglijk naamwoord
-
according to the rules bijvoeglijk naamwoord
-
-
strikt (streng; stringent; onvermurwbaar)
-
strikt (punctueel; stipt; precies; exact)
Vertaal Matrix voor strikt:
Verwante woorden van "strikt":
Wiktionary: strikt
strikt
Cross Translation:
adjective
-
following the letter or exact words, not taking liberties
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• strikt | → stringent; severe; strict | ↔ rigoureux — Qui faire preuve de rigueur, qui est d’une sévérité inflexible. |
strikken:
-
strikken (in de val laten lopen)
-
strikken (knevelen; binden; vastbinden; vastmaken; knopen)
-
strikken (vastknopen; aan elkaar knopen; knopen; aan elkaar binden)
Conjugations for strikken:
o.t.t.
- strik
- strikt
- strikt
- strikken
- strikken
- strikken
o.v.t.
- strikte
- strikte
- strikte
- strikten
- strikten
- strikten
v.t.t.
- heb gestrikt
- hebt gestrikt
- heeft gestrikt
- hebben gestrikt
- hebben gestrikt
- hebben gestrikt
v.v.t.
- had gestrikt
- had gestrikt
- had gestrikt
- hadden gestrikt
- hadden gestrikt
- hadden gestrikt
o.t.t.t.
- zal strikken
- zult strikken
- zal strikken
- zullen strikken
- zullen strikken
- zullen strikken
o.v.t.t.
- zou strikken
- zou strikken
- zou strikken
- zouden strikken
- zouden strikken
- zouden strikken
en verder
- ben gestrikt
- bent gestrikt
- is gestrikt
- zijn gestrikt
- zijn gestrikt
- zijn gestrikt
diversen
- strik!
- strikt!
- gestrikt
- strikkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze