Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. organist:
  2. Wiktionary:
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. organist:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor organist (Nederlands) in het Engels

organist:

organist [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de organist
    the organist
    • organist [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor organist:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
organist organist

Verwante woorden van "organist":

  • organisten

Wiktionary: organist

organist
noun
  1. muziek|nld, beroep|nld musicus die zich toelegt op het bespelen van het orgel
organist
noun
  1. musician who plays the organ



Engels

Uitgebreide vertaling voor organist (Engels) in het Nederlands

organist:

organist [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the organist
    de organist
    • organist [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor organist:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
organist organist
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- organ player

Verwante woorden van "organist":

  • organists

Synoniemen voor "organist":


Verwante definities voor "organist":

  1. a person who plays an organ1

Wiktionary: organist

organist
noun
  1. musician who plays the organ