Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Engels ->Zoek: graver

Nederlandse en Engelse zoekresultaten voor: graver

Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. graver:
  2. Wiktionary:
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. graver:
  2. grave:
  3. Wiktionary:

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor graver (Nederlands) in het Engels

graver:

graver [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de graver (delver)
    the burrower; the digger
    • burrower [the ~] zelfstandig naamwoord
    • digger [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor graver:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
burrower delver; graver
digger delver; graver grondwerker

Verwante woorden van "graver":


Wiktionary: graver

graver
noun
  1. one who digs



Engels

Uitgebreide vertaling voor graver (Engels) in het Nederlands

graver:

graver [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the graver (burin; etching needle)
    de graveernaald; de graveerstift
  2. the graver (etching needle; burin)
    de etsnaald

Vertaal Matrix voor graver:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
etsnaald burin; etching needle; graver
graveernaald burin; etching needle; graver
graveerstift burin; etching needle; graver
- graving tool; pointel; pointrel

Synoniemen voor "graver":


Verwante definities voor "graver":

  1. a tool used by an engraver1

Wiktionary: graver

Cross Translation:
FromToVia
• graver → beitel ↔ ciseau — Lame, pièce métallique aiguisée à son extrémité, servant à couper ou à travailler le bois, le métal, etc.

grave:

grave [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the grave (tomb; burial place; resting-place; burial pit)
    het graf; grafplaats; de rustplaats; de crypte
    • graf [het ~] zelfstandig naamwoord
    • grafplaats [znw.] zelfstandig naamwoord
    • rustplaats [de ~] zelfstandig naamwoord
    • crypte [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. the grave (burial pit; vault; crypt; )
    het graf; grafplaats; de grafkuil
    • graf [het ~] zelfstandig naamwoord
    • grafplaats [znw.] zelfstandig naamwoord
    • grafkuil [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

grave bijvoeglijk naamwoord

  1. grave (serious; sincere; earnest)
    ernstig; heel erg
  2. grave (serious; worrying; critical)
    ernstig; van bedenkelijke aard; erg; kwalijk
  3. grave (sincere; serious; severe; earnest)
    serieus; ernstig; werkelijk menend
  4. grave (earnest; serious; severe; sincere)
    serieus; vol ernst; ernstig
  5. grave (demure; sedate; sober)
    ingetogen; stemmig
  6. grave (sedate)
    stemmig; stemmingsvol

Vertaal Matrix voor grave:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
crypte burial pit; burial place; grave; resting-place; tomb crypt; subterranean corridor; tomb; vault
graf burial pit; burial place; crypt; grave; resting-place; tomb; vault resting-place
grafkuil burial pit; burial place; crypt; grave; resting-place; tomb; vault
grafplaats burial pit; burial place; crypt; grave; resting-place; tomb; vault
rustplaats burial pit; burial place; grave; resting-place; tomb resting-place
- grave accent; tomb
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- engrave; inscribe; scratch; sculpt; sculpture
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
erg critical; grave; serious; worrying abominable; fierce; highly; intense; meager; meagre; miserable; paltry; poor; rather; severe; strong; terrible; very; violent
ernstig critical; earnest; grave; serious; severe; sincere; worrying awkward; critical; hard; painful; perilous; precarious; review; worrisome
ingetogen demure; grave; sedate; sober aloof; considerate; discreet; modest; reserved; reticent
kwalijk critical; grave; serious; worrying malicious; nasty; wicked
serieus earnest; grave; serious; severe; sincere
stemmig demure; grave; sedate; sober
stemmingsvol grave; sedate
- dangerous; grievous; heavy; life-threatening; sedate; serious; severe; sober; solemn; weighty
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
heel erg extremely
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- solemn
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
heel erg earnest; grave; serious; sincere eccentric; enormous; exceptional; extremely; greatly; highly; particular; special; ultra
van bedenkelijke aard critical; grave; serious; worrying
vol ernst earnest; grave; serious; severe; sincere
werkelijk menend earnest; grave; serious; severe; sincere

Verwante woorden van "grave":

  • graveness, graves, gravest, gravely

Synoniemen voor "grave":


Verwante definities voor "grave":

  1. causing fear or anxiety by threatening great harm1
    • a grave situation1
    • a grave illness1
  2. of great gravity or crucial import; requiring serious thought1
    • grave responsibilities1
    • faced a grave decision in a time of crisis1
  3. dignified and somber in manner or character and committed to keeping promises1
    • a grave God-fearing man1
  4. a place for the burial of a corpse (especially beneath the ground and marked by a tombstone)1
    • he put flowers on his mother's grave1
  5. a mark (`) placed above a vowel to indicate pronunciation1
  6. death of a person1
    • he went to his grave without forgiving me1
    • from cradle to grave1
  7. carve, cut, or etch into a material or surface1
  8. shape (a material like stone or wood) by whittling away at it1

Wiktionary: grave

grave
noun
  1. excavation for burial
grave
noun
  1. ruimte om één of meer lijken in te begraven
  2. plaats waar één of meer lijken begraven liggen
Cross Translation:
FromToVia
• grave → graf; groeve ↔ Begräbnis — veraltet: für eine Leiche bestimmter Platz
• grave → graf ↔ Grab — Bestattungsort; letzte Ruhestätte; Stelle, an der ein oder mehrere Verstorbene beigesetzt wurden
• grave → breeuwen; kalefateren; kalfaten; kalefaten ↔ kalfatern — transitiv; seemannssprachlich: die Fugen (der hölzernen Schiffswände, des Schiffsdecks) mit Dichtungsmasse – zumeist geteertem Werg, Baumwolle, Gummi, Pech oder einem speziellen Kitt – abdichten
• grave → beitelen ↔ buriner — travailler au burin.
• grave → kwaadaardig ↔ malin — médecine|nocat=1 Grave (3)
• grave → beitelen; snerpen; snijden; hakken; houwen; kappen; slijpen; uitknippen; afhakken; afhouwen; afkappen; omhakken ↔ tailler — couper, retrancher d’une matière, en ôter avec le marteau, le ciseau, ou tout autre instrument, ce qu’il y a de superflu, pour lui donner une certaine forme, pour la rendre propre à tel ou tel usage.
• grave → graf; groeve ↔ tombe — Traductions à trier suivant le sens







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0776 seconde
Page rendered in 1.0 seconds