Overzicht
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
- twist:
- twisten:
-
Wiktionary:
- twist → quarrel
- twist → discordance
- twisten → quarrel, dispute
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- twist:
-
Wiktionary:
- twist → draaien
- twist → schroef
- twist → twijnen, verbuigen, verdraaien, vertrekken, wringen, verwringen
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor twist (Nederlands) in het Engels
twist:
-
de twist (onenigheid; geschil)
-
de twist (ruzie; conflict; onenigheid; botsing)
the conflict; the argument; the dispute; the row; the disagreement; the quarrel; the discord; the difference of opinion -
de twist (tweedracht; verdeeldheid; disharmonie; scheuring; vete; schisma; conflict; onenigheid; tweespalt; tweestrijd)
-
de twist (verdraaiing; draai; kronkel)
-
de twist (geschil; ruzie; kwestie)
-
de twist (twistgesprek; dispuut; debat; woordenwisseling; geschil; redestrijd; ruzie; woordenstrijd; redetwist)
the argument; the battle of words; the disputation; the quarrel; the disagreement; the verbal sword-play; the dispute; the squabble; the verbal duel; the debate; the verbal dispute
Vertaal Matrix voor twist:
Verwante woorden van "twist":
Wiktionary: twist
twist
Cross Translation:
noun
-
verbal dispute or heated argument
- quarrel → onenigheid; dispuut; ruzie; twist
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• twist | → discordance | ↔ Zwist — andauernde Streitigkeit, Zerwürfnis |
twist vorm van twisten:
-
twisten (redetwisten; disputeren; argumenteren)
-
twisten (bekvechten; ruzieën; hakketakken; bakkeleien)
-
twisten (ruzie maken; ruziën; krakelen; kiften; kijven)
-
twisten (herhaald krommen; kronkelen)
bending repeatedly-
bending repeatedly werkwoord
-
Conjugations for twisten:
o.t.t.
- twist
- twist
- twist
- twisten
- twisten
- twisten
o.v.t.
- twistte
- twistte
- twistte
- twistten
- twistten
- twistten
v.t.t.
- heb getwist
- hebt getwist
- heeft getwist
- hebben getwist
- hebben getwist
- hebben getwist
v.v.t.
- had getwist
- had getwist
- had getwist
- hadden getwist
- hadden getwist
- hadden getwist
o.t.t.t.
- zal twisten
- zult twisten
- zal twisten
- zullen twisten
- zullen twisten
- zullen twisten
o.v.t.t.
- zou twisten
- zou twisten
- zou twisten
- zouden twisten
- zouden twisten
- zouden twisten
en verder
- ben getwist
- bent getwist
- is getwist
- zijn getwist
- zijn getwist
- zijn getwist
diversen
- twist!
- twist!
- getwist
- twistend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor twisten:
Verwante woorden van "twisten":
Wiktionary: twisten
twisten
twisten
verb
-
to contend, argue strongly, squabble
Computer vertaling door derden:
Verwante vertalingen van twist
Engels
Uitgebreide vertaling voor twist (Engels) in het Nederlands
twist:
Conjugations for twist:
present
- twist
- twist
- twists
- twist
- twist
- twist
simple past
- twisted
- twisted
- twisted
- twisted
- twisted
- twisted
present perfect
- have twisted
- have twisted
- has twisted
- have twisted
- have twisted
- have twisted
past continuous
- was twisting
- were twisting
- was twisting
- were twisting
- were twisting
- were twisting
future
- shall twist
- will twist
- will twist
- shall twist
- will twist
- will twist
continuous present
- am twisting
- are twisting
- is twisting
- are twisting
- are twisting
- are twisting
subjunctive
- be twisted
- be twisted
- be twisted
- be twisted
- be twisted
- be twisted
diverse
- twist!
- let's twist!
- twisted
- twisting
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor twist:
Verwante woorden van "twist":
Synoniemen voor "twist":
Antoniemen van "twist":
Verwante definities voor "twist":
Wiktionary: twist
twist
Cross Translation:
verb
twist
-
-
- twist → draaien
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• twist | → twijnen; verbuigen; verdraaien; vertrekken; wringen; verwringen | ↔ tordre — Traductions à trier suivant le sens |
Computer vertaling door derden: