Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. ruilhandel:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ruilhandel (Nederlands) in het Engels

ruilhandel:

ruilhandel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de ruilhandel (ruilverkeer)
    the barter; the exchange
    • barter [the ~] zelfstandig naamwoord
    • exchange [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. de ruilhandel
    the barter
    • barter [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor ruilhandel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
barter ruilhandel; ruilverkeer omruil; omruiling; omwisseling; ruil; ruiling; ruiltransactie; uitwisseling
exchange ruilhandel; ruilverkeer aandelenbeurs; beurs; effectenbeurs; inruil; omruil; omruiling; omwisselen; omwisseling; ruil; ruilen; ruiling; ruiltransactie; uitwisseling; verruiling; verwisseling
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
barter omruilen; omwisselen; ruilen; uitwisselen; verruilen; verwisselen; wisselen
exchange hernieuwen; herstellen; inruilen; inwisselen; omruilen; omwisselen; renoveren; ruilen; uitwisselen; verbeteren; vernieuwen; verruilen; verwisselen; wisselen

Wiktionary: ruilhandel

ruilhandel
noun
  1. an equal exchange