Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. onschuldig:
  2. Wiktionary:
  3. Gebruikers suggesties voor onschuldig:
    • innocuous


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor onschuldig (Nederlands) in het Engels

onschuldig:

onschuldig bijvoeglijk naamwoord

  1. onschuldig (schuldloos; schuldeloos)
    innocent; guiltless; blameless
  2. onschuldig (rein; onbevlekt; vlekkeloos)
    immaculate; impeccable; unspoiled; untainted; chaste; spotless
  3. onschuldig (ongevaarlijk; onschadelijk; gevaarloos)
    harmless
  4. onschuldig (maagdelijk; puur; zuiver; )
    pristine; virginal; pure

Vertaal Matrix voor onschuldig:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blameless onschuldig; schuldeloos; schuldloos correct; keurig; onberispelijk; onbesproken
chaste onbevlekt; onschuldig; rein; vlekkeloos eerbaar; gekuist; kuis; zedig
guiltless onschuldig; schuldeloos; schuldloos
harmless gevaarloos; ongevaarlijk; onschadelijk; onschuldig risicoloos
immaculate onbevlekt; onschuldig; rein; vlekkeloos brandhelder; brandschoon; kraakhelder
impeccable onbevlekt; onschuldig; rein; vlekkeloos correct; keurig; onberispelijk; onbesproken
innocent onschuldig; schuldeloos; schuldloos
pristine kuis; maagdelijk; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; zuiver
pure kuis; maagdelijk; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; zuiver gaaf; gekuist; hygienisch; kuis; louter; maagdelijk; onaangeraakt; ongerept; onvermengd; onversneden; pure; puur; rein; schoon; virginaal; zuiver; zuivere
spotless onbevlekt; onschuldig; rein; vlekkeloos brandhelder; brandschoon; kraakhelder; onbesmet; smetteloos; vlekkeloos
unspoiled onbevlekt; onschuldig; rein; vlekkeloos gaaf; maagdelijk; onaangeraakt; onaangetast; onbedorven; ongerept; onverzwakt; puur; virginaal; zuiver
untainted onbevlekt; onschuldig; rein; vlekkeloos gaaf; maagdelijk; onaangeraakt; onaangetast; onbedorven; ongerept; puntgaaf; puur; virginaal; zuiver
virginal kuis; maagdelijk; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; zuiver gaaf; maagdelijk; onaangeraakt; ongerept; puur; virginaal; zuiver

Verwante woorden van "onschuldig":

  • onschuldige

Wiktionary: onschuldig

onschuldig
adjective
  1. niet schuldig
onschuldig
adjective
  1. inoffensive
  2. harmless

Cross Translation:
FromToVia
onschuldig innocent innocent — Qui n’est pas coupable (1)
onschuldig innocent innocent — Qui est pur, candide (2)

Verwante vertalingen van onschuldig