Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. heerschaar:
  2. Wiktionary:
    • heerschaar → host


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor heerschaar (Nederlands) in het Engels

heerschaar:

heerschaar [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de heerschaar (legerschaar)
    the army; the host
    • army [the ~] zelfstandig naamwoord
    • host [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor heerschaar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
army heerschaar; legerschaar heir; krijgsmacht; landleger; landmacht; leger; legermacht; strijdmacht; troepenmacht
host heerschaar; legerschaar café-eigenaar; gastheer; gids; host; kroegbaas; presentator; reisbegeleider; waard

Verwante woorden van "heerschaar":

  • heerscharen

Wiktionary: heerschaar

heerschaar
noun
  1. multitude of people arrayed as an army