Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. ressource:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ressource (Nederlands) in het Engels

ressource:

ressource [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de ressource (redmiddel; hulpmiddel)
    the resources; the expedient; the remedy; the makeshift; the help
    • resources [the ~] zelfstandig naamwoord
    • expedient [the ~] zelfstandig naamwoord
    • remedy [the ~] zelfstandig naamwoord
    • makeshift [the ~] zelfstandig naamwoord
    • help [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor ressource:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
expedient hulpmiddel; redmiddel; ressource
help hulpmiddel; redmiddel; ressource aanmoediging; aansporen; aansporing; assistentie; bijstand; boerenknecht; dienstbetoon; handreiking; help; hulp; hulpbetoon; hulpje; hulpverlening; knecht; medewerking; ondersteuning; online-Help; opwekking; steun; stimulans; support
makeshift hulpmiddel; redmiddel; ressource lapmiddel
remedy hulpmiddel; redmiddel; ressource artsenijmiddel; geneeskundige methode; geneesmiddel; geneeswijze; medicament; medicijn; middel; remedie; verhelpen
resources hulpmiddel; redmiddel; ressource
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
help assisteren; avanceren; bijdragen; bijspringen; bijstaan; gerieven; handreiken; helpen; meehelpen; ondersteunen; promoten; seconderen; weldoen
remedy verhelpen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
expedient aan te prijzen; aanbevelenswaardig; geraden; loffelijk; lofwaardig; lovenswaardig; prijzenswaardig; raadzaam
makeshift geïmproviseerd
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
help help

Verwante woorden van "ressource":

  • ressources

Wiktionary: ressource

ressource
noun
  1. something that one uses to achieve an objective

Cross Translation:
FromToVia
ressource resource Ressource — natürliche Rohstoffvorkommen