Overzicht
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
- prop:
- proppen:
-
Wiktionary:
- prop → swab, plug
- prop → electric plug
- proppen → shoehorn
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor prop (Nederlands) in het Engels
prop:
-
de prop (bloedprop)
the clot of blood
Vertaal Matrix voor prop:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
clot of blood | bloedprop; prop |
Verwante woorden van "prop":
proppen:
-
proppen (ineen duwen)
Conjugations for proppen:
o.t.t.
- prop
- propt
- propt
- proppen
- proppen
- proppen
o.v.t.
- propte
- propte
- propte
- propten
- propten
- propten
v.t.t.
- heb gepropt
- hebt gepropt
- heeft gepropt
- hebben gepropt
- hebben gepropt
- hebben gepropt
v.v.t.
- had gepropt
- had gepropt
- had gepropt
- hadden gepropt
- hadden gepropt
- hadden gepropt
o.t.t.t.
- zal proppen
- zult proppen
- zal proppen
- zullen proppen
- zullen proppen
- zullen proppen
o.v.t.t.
- zou proppen
- zou proppen
- zou proppen
- zouden proppen
- zouden proppen
- zouden proppen
diversen
- prop!
- propt!
- gepropt
- proppend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor proppen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
stuff | artikelen; bezittingen; bik; dingen; eigendommen; goedje; gruis; haschisch; hasj; hasjiesj; hennep; kiev; koopwaar; macadam; materiaal; materie; metselspecie; mortel; puin; split; spul; spullen; steengruis; steenslag; stof; stuff; voorwerpen; waar; wiet; zaakjes; zaken | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
stuff | ineen duwen; proppen | opzetten; stouwen |
Verwante woorden van "proppen":
Verwante definities voor "proppen":
Engels
Uitgebreide vertaling voor prop (Engels) in het Nederlands
prop:
-
the prop (shore)
-
the prop (supporting beam; joist; support; buttress)
Conjugations for prop:
present
- prop
- prop
- props
- prop
- prop
- prop
simple past
- propped
- propped
- propped
- propped
- propped
- propped
present perfect
- have propped
- have propped
- has propped
- have propped
- have propped
- have propped
past continuous
- was propping
- were propping
- was propping
- were propping
- were propping
- were propping
future
- shall prop
- will prop
- will prop
- shall prop
- will prop
- will prop
continuous present
- am propping
- are propping
- is propping
- are propping
- are propping
- are propping
subjunctive
- be propped
- be propped
- be propped
- be propped
- be propped
- be propped
diverse
- prop!
- let's prop!
- propped
- propping
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor prop:
Verwante woorden van "prop":
Synoniemen voor "prop":
Verwante definities voor "prop":
Wiktionary: prop
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• prop | → schragen; steunen; stutten; ondersteunen | ↔ accoter — appuyer d’un côté pour soutenir. |
• prop | → drager; leuning; steun; stut | ↔ appui — Ce qui sert à soutenir une chose ou une personne pour l’empêcher de tomber, de chanceler, etc. |
• prop | → dragen; schoren; steunen; ondersteunen; ruggesteunen; schragen; stutten | ↔ appuyer — placer contre quelque chose. |
• prop | → deurpost; paal; post; stijl | ↔ poteau — pièce de bois de charpente, posée debout. |
• prop | → stut | ↔ étai — Bâtiment |