Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. ronselen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ronselen (Nederlands) in het Engels

ronselen:

ronselen werkwoord (ronsel, ronselt, ronselde, ronselden, geronseld)

  1. ronselen
    to crimp
    • crimp werkwoord (crimps, crimped, crimping)
    to recruit
    – cause to assemble or enlist in the military 1
    • recruit werkwoord (recruits, recruited, recruiting)
      • recruit new soldiers1
    conscript
    – enroll into service compulsorily 1
    • conscript werkwoord
      • The men were conscripted1
    to shanghai
    – take (someone) against his will for compulsory service, especially on board a ship 1
    • shanghai werkwoord (shanghais, shanghaid, shanghaing)
      • The men were shanghaied after being drugged1
  2. ronselen (rekruteren; aantrekken)
    to recruit
    – register formally as a participant or member 1
    • recruit werkwoord (recruits, recruited, recruiting)
      • The party recruited many new members1
    to draw new members
    • draw new members werkwoord (draws new members, drew new members, drawing new members)

Conjugations for ronselen:

o.t.t.
  1. ronsel
  2. ronselt
  3. ronselt
  4. ronselen
  5. ronselen
  6. ronselen
o.v.t.
  1. ronselde
  2. ronselde
  3. ronselde
  4. ronselden
  5. ronselden
  6. ronselden
v.t.t.
  1. heb geronseld
  2. hebt geronseld
  3. heeft geronseld
  4. hebben geronseld
  5. hebben geronseld
  6. hebben geronseld
v.v.t.
  1. had geronseld
  2. had geronseld
  3. had geronseld
  4. hadden geronseld
  5. hadden geronseld
  6. hadden geronseld
o.t.t.t.
  1. zal ronselen
  2. zult ronselen
  3. zal ronselen
  4. zullen ronselen
  5. zullen ronselen
  6. zullen ronselen
o.v.t.t.
  1. zou ronselen
  2. zou ronselen
  3. zou ronselen
  4. zouden ronselen
  5. zouden ronselen
  6. zouden ronselen
en verder
  1. ben geronseld
  2. bent geronseld
  3. is geronseld
  4. zijn geronseld
  5. zijn geronseld
  6. zijn geronseld
diversen
  1. ronsel!
  2. ronselt!
  3. geronseld
  4. ronselend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor ronselen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
crimp krimp; krimping; ronselaar; ronselaarster; werver
recruit rekruut
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
conscript ronselen
crimp ronselen
draw new members aantrekken; rekruteren; ronselen
recruit aantrekken; rekruteren; ronselen aannemen; aantrekken; aanwerven; adverteren; in dienst nemen; inhuren; rekruteren; werven
shanghai ronselen

Wiktionary: ronselen

ronselen
verb
  1. compel (someone) to serve in a military force
  2. to conscript a person

Cross Translation:
FromToVia
ronselen shanghai schanghaientransitiv; Seemannssprache: jemanden durch List und Täuschung – zumeist indem dieser mit Alkohol berauscht wird – zum Matrosendienst auf einem Schiff anwerben und diesen (mit Gewalt) einschiffen