Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. vakmanschap:
  2. Wiktionary:
  3. Gebruikers suggesties voor vakmanschap:
    • craftmanship


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vakmanschap (Nederlands) in het Engels

vakmanschap:

vakmanschap [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het vakmanschap (vakwerk; vakarbeid)
    the craftsmanship
    – skill in an occupation or trade 1
    the expertise
    – skillfulness by virtue of possessing special knowledge 1
    the skilled labour
    the skill
    – an ability that has been acquired by training 1
    • skill [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor vakmanschap:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
craftsmanship vakarbeid; vakmanschap; vakwerk
expertise vakarbeid; vakmanschap; vakwerk deskundigheid; geleerdheid; kennis van zaken; vakbekwaamheid; vakkennis; vakkundigheid
skill vakarbeid; vakmanschap; vakwerk behendigheid; bekwaamheid; deskundigheid; ervaring; handigheid; kennis van zaken; kunde; kundigheid; kunst; kunstgreep; kunstje; praktijk; routine; truc; vaardigheid; vakkundigheid
skilled labour vakarbeid; vakmanschap; vakwerk

Wiktionary: vakmanschap

vakmanschap
noun
  1. vaardigheid in een beroep of handel, de vaardigheid om hoog kwalitatief werk af te leveren
vakmanschap
noun
  1. skill in an occupation