Nederlands
Uitgebreide vertaling voor plannen (Nederlands) in het Engels
plannen:
-
plannen
-
plannen
Conjugations for plannen:
o.t.t.
- plan
- plant
- plant
- plannen
- plannen
- plannen
o.v.t.
- plande
- plande
- plande
- planden
- planden
- planden
v.t.t.
- heb gepland
- hebt gepland
- heeft gepland
- hebben gepland
- hebben gepland
- hebben gepland
v.v.t.
- had gepland
- had gepland
- had gepland
- hadden gepland
- hadden gepland
- hadden gepland
o.t.t.t.
- zal plannen
- zult plannen
- zal plannen
- zullen plannen
- zullen plannen
- zullen plannen
o.v.t.t.
- zou plannen
- zou plannen
- zou plannen
- zouden plannen
- zouden plannen
- zouden plannen
en verder
- ben gepland
- bent gepland
- is gepland
- zijn gepland
- zijn gepland
- zijn gepland
diversen
- plan!
- plant!
- gepland
- plannend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor plannen:
Verwante woorden van "plannen":
plan:
-
plan
Vertaal Matrix voor plan:
Verwante woorden van "plan":
Synoniemen voor "plan":
Verwante definities voor "plan":
Wiktionary: plan
plan
Cross Translation:
noun
plan
-
een voorgenomen handelswijze
- plan → plan
noun
-
map or a drawing of a construction site
-
list of scheduled events
-
any detailed technical drawing
-
any detailed plan of action
-
temporally organized plan
-
set of intended actions
-
2-dimensional drawing from above
-
a systematic plan of future action
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• plan | → intention; plan; intent; aim; goal; purpose; target; butt; end; objective | ↔ dessein — Intention d’exécuter quelque chose (sens général) |
• plan | → design; diagram; scheme; intention | ↔ plan — À classer |
• plan | → plan; project; scheme; design; diagram; plane; ground plan | ↔ projet — dessein, idée de ce qu’on penser réaliser, conception des moyens qu’on croire utiles pour exécuter ce qu’on médite. |
• plan | → discussion; insinuation; proposal; intention; plan; intent; purpose | ↔ propos — parole échanger dans la conversation. |