Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. pensioen:
  2. Wiktionary:
  3. Gebruikers suggesties voor pensioen:
    • retirement


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor pensioen (Nederlands) in het Engels

pensioen:

pensioen [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het pensioen
    the pension
    • pension [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor pensioen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pension pensioen jaargeld; kosthuis; pension
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pension pensioneren

Verwante woorden van "pensioen":

  • pensioenen, pensioentje, pensioentjes

Wiktionary: pensioen

pensioen
noun
  1. loon uitgesteld tot de tijd dat men niet langer actief is op de arbeidsmarkt
pensioen
noun
  1. regular payment due to a person in consideration of past services
  2. stated regular allowance by way of patronage or subsidy
  3. portion of one's life after retiring

Cross Translation:
FromToVia
pensioen pension Rente — Altersruhegeld für Arbeiter und Angestellte
pensioen old-age pension; annuity; pension; retirement annuity; retirement pension Ruhegeld — eine Rente für Arbeiter und Angestellte
pensioen annuity retraite — Pension perçue après s’être retiré de la vie active