Overzicht
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
- gemakkelijk:
-
Wiktionary:
- gemakkelijk → easy, comfortable
- gemakkelijk → easy, convenient, handy, opportune, advantageous, comfortable, useful, of use, suitable, appropriate, apt, due, expedient, right, fitting, applicable, becoming, seemly, proper, decent, adequate, simple, easygoing, facile
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor gemakkelijk (Nederlands) in het Engels
gemakkelijk:
-
gemakkelijk (niet moeilijk; eenvoudig; makkelijk; simpel; licht)
easy; easily; simple; effortless; not hard; not difficult-
easy bijvoeglijk naamwoord
-
easily bijwoord
-
simple bijvoeglijk naamwoord
-
effortless bijvoeglijk naamwoord
-
not hard bijvoeglijk naamwoord
-
not difficult bijvoeglijk naamwoord
-
-
gemakkelijk (comfortabel; geriefelijk; aangenaam)
comfortable-
comfortable bijvoeglijk naamwoord
-
-
gemakkelijk (practisch; nuttig)
Vertaal Matrix voor gemakkelijk:
Verwante woorden van "gemakkelijk":
Synoniemen voor "gemakkelijk":
Antoniemen van "gemakkelijk":
Verwante definities voor "gemakkelijk":
Wiktionary: gemakkelijk
gemakkelijk
Cross Translation:
adjective
-
consenting readily to sex
-
requiring little skill or effort
-
in a state of comfort
-
providing physical comfort and ease
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• gemakkelijk | → easy | ↔ leicht — einfach (nicht schwierig) |
• gemakkelijk | → convenient; handy; opportune; advantageous; comfortable; useful | ↔ commode — Pratique |
• gemakkelijk | → of use; suitable; appropriate; apt; due; expedient; right; useful; fitting; applicable; convenient; handy; opportune; advantageous; comfortable; becoming; seemly; proper; decent; adequate | ↔ convenable — Qui est approprier, qui convient à quelqu’un ou à quelque chose. |
• gemakkelijk | → easy; simple; easygoing; facile | ↔ facile — Qui se faire sans peine. |
• gemakkelijk | → opportune; convenient; handy; advantageous; comfortable; useful | ↔ opportun — Qui est à propos, selon le temps et le lieu. |