Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. beschimping:
  2. Wiktionary:
    • beschimpingen → abuse


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor beschimpingen (Nederlands) in het Engels

beschimping:

beschimping [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de beschimping (belediging; spot; schamp)
    the scoffing; the jeering
    • scoffing [the ~] zelfstandig naamwoord
    • jeering [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor beschimping:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
jeering belediging; beschimping; schamp; spot gekanker; gescheld; geschimp; hoon; hoongelach
scoffing belediging; beschimping; schamp; spot aanfluiting; bespotting; geschimp; gespot; hoon; ironie; sarcasme; schrokken; smaad; spot; spotternij

Verwante woorden van "beschimping":

  • beschimpingen


Wiktionary: beschimpingen

beschimpingen
noun
  1. insulting speech