Nederlands
Uitgebreide vertaling voor barbecue (Nederlands) in het Engels
barbecue:
-
de barbecue
Vertaal Matrix voor barbecue:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
barbecue | barbecue | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
barbecue | barbecuen; grillen; grilleren; roosteren |
Verwante woorden van "barbecue":
barbecue vorm van barbecuen:
Conjugations for barbecuen:
o.t.t.
- barbecue
- barbecuet
- barbecuet
- barbecuen
- barbecuen
- barbecuen
o.v.t.
- barbecuede
- barbecuede
- barbecuede
- barbecueden
- barbecueden
- barbecueden
v.t.t.
- heb gebarecued
- hebt gebarecued
- heeft gebarecued
- hebben gebarecued
- hebben gebarecued
- hebben gebarecued
v.v.t.
- had gebarecued
- had gebarecued
- had gebarecued
- hadden gebarecued
- hadden gebarecued
- hadden gebarecued
o.t.t.t.
- zal barbecuen
- zult barbecuen
- zal barbecuen
- zullen barbecuen
- zullen barbecuen
- zullen barbecuen
o.v.t.t.
- zou barbecuen
- zou barbecuen
- zou barbecuen
- zouden barbecuen
- zouden barbecuen
- zouden barbecuen
diversen
- barbecue!
- barbecuet!
- gebarecued
- barbecuende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor barbecuen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
barbecue | barbecue | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
barbecue | barbecuen; grillen; grilleren; roosteren |
Engels
Uitgebreide vertaling voor barbecue (Engels) in het Nederlands
barbecue:
-
the barbecue
Conjugations for barbecue:
present
- barbecue
- barbecue
- barbecues
- barbecue
- barbecue
- barbecue
simple past
- barbecued
- barbecued
- barbecued
- barbecued
- barbecued
- barbecued
present perfect
- have barbecued
- have barbecued
- has barbecued
- have barbecued
- have barbecued
- have barbecued
past continuous
- was barbecueing
- were barbecueing
- was barbecueing
- were barbecueing
- were barbecueing
- were barbecueing
future
- shall barbecue
- will barbecue
- will barbecue
- shall barbecue
- will barbecue
- will barbecue
continuous present
- am barbecueing
- are barbecueing
- is barbecueing
- are barbecueing
- are barbecueing
- are barbecueing
subjunctive
- be barbecued
- be barbecued
- be barbecued
- be barbecued
- be barbecued
- be barbecued
diverse
- barbecue!
- let's barbecue!
- barbecued
- barbecueing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor barbecue:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
barbecue | barbecue | |
- | barbeque | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
barbecuen | barbecue | |
grillen | barbecue | |
grilleren | barbecue | |
roosteren | barbecue | |
- | barbeque; cook out |