Nederlands
Uitgebreide vertaling voor schipbreken (Nederlands) in het Engels
schipbreken: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- schip: craft; vessel; ship; boat
- breken: break; fracture; smash; refract; break to pieces; die; perish; become defective; smash into pieces; break into pieces; breaking; breaks; destroy; wreck; break down; demolish; break up; get down; tear down; take down; pull down; drag down; tear loose; intentionally destroy
Wiktionary: schipbreken
schipbreken
verb
-
to wreck a vessel