Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. grout:
    • Wiktionary:
      grout → grout
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. grout:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor grout (Engels) in het Nederlands

grout:

grout werkwoord

  1. grout (flush; flush a wall; mortar)
    – bind with grout 1
    voegen; bakstenen voegen

grout [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the grout
    – a thin mortar that can be poured and used to fill cracks in masonry or brickwork 1
    het voegmiddel

Vertaal Matrix voor grout:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bakstenen voegen flushing; flushing a wall
voegen flushing; flushing a wall; pointing
voegmiddel grout
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bakstenen voegen flush; flush a wall; grout; mortar
voegen flush; flush a wall; grout; mortar add; bring together; join

Synoniemen voor "grout":


Verwante definities voor "grout":

  1. a thin mortar that can be poured and used to fill cracks in masonry or brickwork1
  2. bind with grout1
    • grout the bathtub1

Wiktionary: grout

grout
verb
  1. insert mortar between tiles
noun
  1. coarse meal
  2. dregs
  3. mortar used between tiles