Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bende (Nederlands) in het Engels

bende:

bende [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de bende (clan)
    the clan; the clique
    • clan [the ~] zelfstandig naamwoord
    • clique [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. de bende (menigte; schare; massa; )
    the crowd; the herd; the clutter; the bunch; the troop; the wattle; the lot; the heap; the gang; the troupe; the load; the party; the pack
    • crowd [the ~] zelfstandig naamwoord
    • herd [the ~] zelfstandig naamwoord
    • clutter [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bunch [the ~] zelfstandig naamwoord
    • troop [the ~] zelfstandig naamwoord
    • wattle [the ~] zelfstandig naamwoord
    • lot [the ~] zelfstandig naamwoord
    • heap [the ~] zelfstandig naamwoord
    • gang [the ~] zelfstandig naamwoord
    • troupe [the ~] zelfstandig naamwoord
    • load [the ~] zelfstandig naamwoord
    • party [the ~] zelfstandig naamwoord
    • pack [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. de bende (groep jongeren)
    the gang; the band
    • gang [the ~] zelfstandig naamwoord
    • band [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. de bende (samenscholing; accumulatie; groep; troep; hoop)
    the crowd; the accumulation; the bunch; the assembling; the set; the gathering; the gang; the collection; the clutter; the party
    • crowd [the ~] zelfstandig naamwoord
    • accumulation [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bunch [the ~] zelfstandig naamwoord
    • assembling [the ~] zelfstandig naamwoord
    • set [the ~] zelfstandig naamwoord
    • gathering [the ~] zelfstandig naamwoord
    • gang [the ~] zelfstandig naamwoord
    • collection [the ~] zelfstandig naamwoord
    • clutter [the ~] zelfstandig naamwoord
    • party [the ~] zelfstandig naamwoord
  5. de bende (opeenhoping; berg; hoop)
    the mountain; the accumulation; the congestion; the muddle; the mess
  6. de bende (puinhoop; rotzooi; zooi; )
    the mess; the debris; the chaos
    • mess [the ~] zelfstandig naamwoord
    • debris [the ~] zelfstandig naamwoord
    • chaos [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bende:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
accumulation accumulatie; bende; berg; groep; hoop; opeenhoping; samenscholing; troep accumulatie; cumuleren; hoop; massa; opeenhopen; opeenhoping; opeenstapeling; ophopen; ophoping; opstapelen; samenvoeging; selectie; sortering; stapel; stapelen; stel; verzameling
assembling accumulatie; bende; groep; hoop; samenscholing; troep filmmontage; montage
band bende; groep jongeren band; binding; blaaskapel; fanfare; fanfarekorps; gebondenheid; harmonie; het gebonden zijn; kapel; muziekkorps; strook
bunch accumulatie; bende; drom; groep; hoop; horde; massa; menigte; samenscholing; schare; troep bepaalde hoeveelheid; berg; bosje; bundel; hoop; kluit; partij; schoof
chaos bende; puinhoop; puinzooi; rommel; rotzooi; troep; zooi; zootje beestenboel; chaos; heksenketel; keet; puinhoop; regelloosheid; soepzootje; wanorde; wanordelijkheid; wirwar; zooitje; zootje
clan bende; clan
clique bende; clan kliek; onderonsje
clutter accumulatie; bende; drom; groep; hoop; horde; massa; menigte; samenscholing; schare; troep accumulatie; massa; opeenhoping; ophoping; selectie; sortering; stel; verzameling
collection accumulatie; bende; groep; hoop; samenscholing; troep accumulatie; collecte; collectie; incassering; incasso; innen; inning; invordering; inzameling; massa; opeenhoping; ophoping; selectie; sortering; stel; verzameling; vordering
congestion bende; berg; hoop; opeenhoping constipatie; opstopping; opstuwing; stagnatie; stuwing; verstopping; verstoptheid
crowd accumulatie; bende; drom; groep; hoop; horde; massa; menigte; samenscholing; schare; troep berg; drom; drukte; groep mensen; grote menigte; hoop; horde; kluit; kudde; massa; menigte; mensenmassa; meute; oploopje; samenkomst; schaar; schare; toeloop; troep; veel mensen; volksmenigte
debris bende; puinhoop; puinzooi; rommel; rotzooi; troep; zooi; zootje
gang accumulatie; bende; drom; groep; groep jongeren; hoop; horde; massa; menigte; samenscholing; schare; troep horde; legers; manschappen; meute; partij; ploeg; team; troep
gathering accumulatie; bende; groep; hoop; samenscholing; troep accumulatie; beraadslaging; bijeenkomst; bijeenroeping; collecte; conferentie; inwinnen; inzameling; manifestatie; massa; opeenhoping; ophoping; oploopje; overleg; samenkomst; samenzijn; selectie; sortering; stel; toeloop; vergadering; verzameling; zitting
heap bende; drom; hoop; horde; massa; menigte; schare aardig wat; accumulatie; berg; grote hoeveelheid; heap; hoop; kluit; knoeiboel; massa; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; opstapeling; overvloed; rommel; stapel; troep; warboel; warhoop; warwinkel; zootje
herd bende; drom; hoop; horde; massa; menigte; schare drom; horde; kudde; massa; schaar; schare; troep
load bende; drom; hoop; horde; massa; menigte; schare accumulatie; belading; belasting; berg; grote hoeveelheid; hinder; hoop; lading; last; massa; moeite; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; overlast; overvloed; soesa; stapel; vracht; vrachtgoed; vrachtje
lot bende; drom; hoop; horde; massa; menigte; schare aardig wat; berg; borg; bouwterrein; bouwwerk; cautie; garantie; gebied; gebouw; grote hoeveelheid; hoeveelheid; hoop; kavel; kluit; levenslot; lot; lotsbestemming; massa; noodlot; onderpand; ongelukkig lot; overvloed; pand; partij; perceel; terrein; waarborg; waarborging; waarborgsom
mess bende; berg; hoop; opeenhoping; puinhoop; puinzooi; rommel; rotzooi; troep; zooi; zootje bedrog; bocht; chaos; geklieder; heisa; heksenketel; keet; kliederboel; kliederen; knoeiboel; knoeierij; nep; oplichterij; puinhoop; regelloosheid; rommel; rompslomp; rotzooi; smeerboel; smerig spul; soepzootje; toestand; troep; veel gedoe; wanorde; wanordelijkheid; warboel; warhoop; warwinkel; zootje; zwendelarij
mountain bende; berg; hoop; opeenhoping berg
muddle bende; berg; hoop; opeenhoping chaos; heksenketel; keet; knoeiboel; puinhoop; regelloosheid; rommel; soepzootje; troep; wanorde; wanordelijkheid; warboel; warhoop; warwinkel; wirwar; zootje
pack bende; drom; hoop; horde; massa; menigte; schare accumulatie; bagage; bepakking; massa; opeenhoping; ophoping; selectie; sortering; stel; verzameling
party accumulatie; bende; drom; groep; hoop; horde; massa; menigte; samenscholing; schare; troep aantal personen bijeen; ceremonie; factie; feest; feestelijkheid; feestje; festijn; festiviteit; fuif; gezelschap; groep; partij; partijtje; party; ploeg; politieke partij; team; viering
set accumulatie; bende; groep; hoop; samenscholing; troep benoemde set; bepaalde hoeveelheid; concours; groep van twee of meer; kliek; koppel; manche; onderonsje; partij; pot; set; span; stel; strijd; wedstrijd
troop bende; drom; hoop; horde; massa; menigte; schare
troupe bende; drom; hoop; horde; massa; menigte; schare ensemble; gezelschap; groep; theaterensemble; theatergroep; toneelgezelschap
wattle bende; drom; hoop; horde; massa; menigte; schare
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
collection collecteren; geld inzamelen
heap bestormen; overstelpen
herd beschermen; beschutten; hoeden; in bescherming nemen; verdedigen
load beladen; bevrachten; bezwaren; geweer laden; gewicht toevoegen; inladen; laden; opladen elektriciteit; opnieuw laden; verzwaren; zwaarder maken
lot kavelen; verdelen; verkavelen
mess aanklooien; droppen; druipen; druppelen; druppels laten vallen; druppen; kladden; klooien; knoeien; morsen; rotzooien; verdoen; verspillen; vlekken
muddle aanmodderen; modderen; prutsen; rommelen
pack comprimeren; emballeren; inpakken; inwikkelen; samendrukken; samenpersen; verpakken
party celebreren; feesten; feestvieren; vieren
set deponeren; gelijkzetten; initiëren; inklinken; leggen; neerleggen; neerzetten; onder water gaan; ondergaan; op gang brengen; plaatsen; situeren; stationeren; stijf worden; stremmen; synchroniseren; zetten; zich afspelen; zinken
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
set star; strak; strakgespannen; verstard

Verwante woorden van "bende":

  • bendes

Wiktionary: bende

bende
noun
  1. een informeel georganiseerde groep mensen, meestal met kwade of misdadige motieven
bende
noun
  1. a company of persons
  2. group of people loosely united for a common purpose
  3. large group of people working towards the same purpose

Cross Translation:
FromToVia
bende gang; band Bande — kleine bis mittelgroße, kriminelle Gruppe von Menschen
bende bunch BandeGruppe von jung Leuten, die gerne mal Schabernack treiben