Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. vlijt:
  2. vlijen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vlijt (Nederlands) in het Engels

vlijt:

vlijt [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de vlijt (nijverheid; ijverigheid; werklust; )
    the diligence; the fervour; the diligentness; the zeal; the assiduity; the industriousness; the industry; the fervor

Vertaal Matrix voor vlijt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
assiduity ijver; ijverigheid; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; vlijt; vlijtigheid; werklust; werkzaamheid elan; gloed; pit; vlam; vuur
diligence ijver; ijverigheid; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; vlijt; vlijtigheid; werklust; werkzaamheid activiteit; ambitie; arbeid; arbeidzaamheid; aspiratie; bedrijvigheid; bezigheid; devotie; elan; genegenheid; gloed; ijver; inzet; overgave; pit; streven; toegewijdheid; toewijding; trouw; vlam; vuur; werkzaamheid; zorgzaamheid
diligentness ijver; ijverigheid; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; vlijt; vlijtigheid; werklust; werkzaamheid
fervor ijver; ijverigheid; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; vlijt; vlijtigheid; werklust; werkzaamheid animo; belangstelling; elan; fascinatie; felheid; geboeidheid; genegenheid; gloed; heftigheid; hevigheid; innigheid; intensiteit; interesse; kracht; liefde; pit; vlam; vuur; zin
fervour ijver; ijverigheid; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; vlijt; vlijtigheid; werklust; werkzaamheid animo; belangstelling; elan; fascinatie; felheid; geboeidheid; genegenheid; gloed; heftigheid; hevigheid; innigheid; intensiteit; interesse; kracht; liefde; pit; vlam; vuur; zin
industriousness ijver; ijverigheid; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; vlijt; vlijtigheid; werklust; werkzaamheid
industry ijver; ijverigheid; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; vlijt; vlijtigheid; werklust; werkzaamheid activiteit; arbeid; bedrijf; bedrijvigheid; bezigheid; firma; industrie; onderneming; tak van nijverheid; werkzaamheid; zaak
zeal ijver; ijverigheid; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; vlijt; vlijtigheid; werklust; werkzaamheid activiteit; arbeid; bedrijvigheid; bezetenheid; bezigheid; drift; elan; gloed; hartstocht; obsessie; passie; pit; vlam; vuur; werkzaamheid
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zeal toegewijd

Wiktionary: vlijt


Cross Translation:
FromToVia
vlijt application application — Action d’appliquer

vlijt vorm van vlijen:

vlijen werkwoord (vlij, vlijt, vlijde, vlijden, gevlijd)

  1. vlijen
    to lay down
    • lay down werkwoord (lays down, laid down, laying down)

Conjugations for vlijen:

o.t.t.
  1. vlij
  2. vlijt
  3. vlijt
  4. vlijen
  5. vlijen
  6. vlijen
o.v.t.
  1. vlijde
  2. vlijde
  3. vlijde
  4. vlijden
  5. vlijden
  6. vlijden
v.t.t.
  1. heb gevlijd
  2. hebt gevlijd
  3. heeft gevlijd
  4. hebben gevlijd
  5. hebben gevlijd
  6. hebben gevlijd
v.v.t.
  1. had gevlijd
  2. had gevlijd
  3. had gevlijd
  4. hadden gevlijd
  5. hadden gevlijd
  6. hadden gevlijd
o.t.t.t.
  1. zal vlijen
  2. zult vlijen
  3. zal vlijen
  4. zullen vlijen
  5. zullen vlijen
  6. zullen vlijen
o.v.t.t.
  1. zou vlijen
  2. zou vlijen
  3. zou vlijen
  4. zouden vlijen
  5. zouden vlijen
  6. zouden vlijen
diversen
  1. vlij!
  2. vlijt!
  3. gevlijd
  4. vlijend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor vlijen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lay down vlijen neervlijen

Wiktionary: vlijen


Cross Translation:
FromToVia
vlijen lay; put to bed coucher — Coucher quelqu’un

Verwante vertalingen van vlijt