Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. uitlaten:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor uitlaten (Nederlands) in het Engels

uitlaten:

uitlaten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de uitlaten (knalpotten)
    the silencers; the mufflers

Vertaal Matrix voor uitlaten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mufflers knalpotten; uitlaten dempers; geluiddempers; knaldempers
silencers knalpotten; uitlaten dempers; geluiddempers; knaldempers

Wiktionary: uitlaten

uitlaten
verb
  1. to take for a walk

Cross Translation:
FromToVia
uitlaten release; unleash; utter lâcherdétendre, desserrer quelque chose.
uitlaten leave out; omit; overlook; skip; miss omettremanquer, soit volontairement, soit involontairement, à faire ou à dire ce qu’on pouvait, ce qu’on devait faire ou dire.
uitlaten walk promener — Mener, conduire, faire aller quelqu’un de côté ou d’autre.
uitlaten renew; refurbish; renovate; restore; innovate; continue; go on; proceed with; maintain; sustain reconduireTraductions à trier suivant le sens.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van uitlaten