Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
arbeitsam
|
naarstig; verwoed
|
actief; arbeidzaam; bedrijvig; bezig; nijver; noest
|
emsig
|
naarstig; verwoed
|
actief; bedreven; bedrijvig; bezet; bezig; druk; drukbezet; drukpratend; geanimeerd; ijverig; nijver; noest; onvermoeibaar; vlijtig
|
fleißig
|
naarstig; verwoed
|
actief; arbeidend; arbeidzaam; bedrijvig; bezet; bezig; druk; drukbezet; hardwerkend; ijverig; nijver; noest; vlijtig; werkend; werkzaam
|
heftig
|
fel; heftig; hevig; verwoed
|
bitter teleurgesteld; driftig; erg; fel; heetbloedig; heethoofdig; heftig; hevig; intens; intensief; krachtig; meedogenloos; niet terughoudend; onbeheerst; ondragelijk; ongeremd; onstuimig; onverdraagbaar; verbitterd; wreed
|
hitzig
|
fel; heftig; hevig; verwoed
|
driftig; erg; fel; geagiteerd; geil; gepassioneerd; hartstochtelijk; heet; heetbloedig; heetgebakerd; heftig; hevig; hitsig; koortsig; krachtig; levendig; met hevige passie; onbeheerst; onstuimig; opgewonden; seksueel opgewonden; stormachtig; temperamentvol; verhit; vurig; warmbloedig
|
intens
|
fel; heftig; hevig; verwoed
|
|
leidenschaftlich
|
fel; heftig; hevig; verwoed
|
fervent; gepassioneerd; hartstochtelijk; heetbloedig; heethoofdig; heftig; hevig; met hevige passie; onbeheerst; onstuimig; stormachtig; temperamentvol; verhit; vurig; warmbloedig
|
ungestüm
|
fel; heftig; hevig; verwoed
|
agressief; bewogen; boos; furieus; gepassioneerd; gewelddadig; hartstochtelijk; heetbloedig; heftig; hevig; kwaad; nijdig; onbeheerst; onrustig; onstuimig; razend; roerig; spinnijdig; stormachtig; temperamentvol; toornig; turbulent; veelbewogen; vertoornd; vurig; warmbloedig; woelig; woest; ziedend
|