Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. verversen:
  2. ververs:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verversen (Nederlands) in het Duits

verversen:

verversen werkwoord (ververs, ververst, ververste, verversten, ververst)

  1. verversen
    erneuern; erfrischen; wechseln; auffrischen
    • erneuern werkwoord (erneuere, erneuerst, erneuert, erneuerte, erneuertet, erneuert)
    • erfrischen werkwoord (erfrische, erfrischt, erfrischte, erfrischtet, erfrischt)
    • wechseln werkwoord (wechsele, wechselst, wechselt, wechselte, wechseltet, gewechselt)
    • auffrischen werkwoord (frische auf, frischt auf, frischte auf, frischtet auf, aufgefrischt)

Conjugations for verversen:

o.t.t.
  1. ververs
  2. ververst
  3. ververst
  4. verversen
  5. verversen
  6. verversen
o.v.t.
  1. ververste
  2. ververste
  3. ververste
  4. verversten
  5. verversten
  6. verversten
v.t.t.
  1. heb ververst
  2. hebt ververst
  3. heeft ververst
  4. hebben ververst
  5. hebben ververst
  6. hebben ververst
v.v.t.
  1. had ververst
  2. had ververst
  3. had ververst
  4. hadden ververst
  5. hadden ververst
  6. hadden ververst
o.t.t.t.
  1. zal verversen
  2. zult verversen
  3. zal verversen
  4. zullen verversen
  5. zullen verversen
  6. zullen verversen
o.v.t.t.
  1. zou verversen
  2. zou verversen
  3. zou verversen
  4. zouden verversen
  5. zouden verversen
  6. zouden verversen
diversen
  1. ververs!
  2. ververst!
  3. ververst
  4. verversend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor verversen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
auffrischen verversen bijkomen; fleurig maken; frisser worden; op adem komen; opfleuren; opfrissen; verfrissen; verkoelen; verkwikken; verlevendigen
erfrischen verversen bijkomen; fleurig maken; in goede staat brengen; op adem komen; opfleuren; opfrissen; opknappen; renoveren; verfrissen; verkoelen; verkwikken; verlevendigen; zich opfrissen; zich opknappen; zich verfrissen
erneuern verversen aflossen; beteren; bijwerken; corrigeren; echoën; fiksen; goedmaken; herhalen; hernieuwen; herscheppen; herstellen; hervormen; herzien; in goede staat brengen; innoveren; kerk hervormen; maken; nabouwen; napraten; nazeggen; nieuw leven inblazen; opknappen; rechtzetten; reformeren; regenereren; remplaceren; renoveren; repareren; verbeteren; vernieuwen; vervangen; verwisselen; wederopbouwen
wechseln verversen afwisselen; converteren; herzien; inwisselen; omruilen; omwisselen; omzetten; ruilen; uiteenlopen; uitwisselen; variëren; veranderen; verruilen; verschillen; verwisselen; wijzigen; wisselen

Verwante woorden van "verversen":


Wiktionary: verversen


Cross Translation:
FromToVia
verversen erfrischen; erquicken rafraîchir — rendre frais

ververs:

ververs [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de ververs (huisschilders; schilders)
    der Anstreicher

Vertaal Matrix voor ververs:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Anstreicher huisschilders; schilders; ververs huisschilder; huisschilderes; schilder; verver

Verwante woorden van "ververs":