Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. trilling:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor trilling (Nederlands) in het Duits

trilling:

trilling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de trilling (vibratie)
    die Vibration; die Erschütterung; Beben
  2. de trilling (tremor)
    der Tremor; Zittern
    • Tremor [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Zittern [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor trilling:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Beben trilling; vibratie aardbeving; beven; beving; gebeef
Erschütterung trilling; vibratie beven; beving; gebeef; huivering; ontreddering; rilling; siddering
Tremor tremor; trilling
Vibration trilling; vibratie Trillen
Zittern tremor; trilling bibberatie; bibberen; rillen

Verwante woorden van "trilling":

  • trillingen

Wiktionary: trilling


Cross Translation:
FromToVia
trilling Schwingung; Oszillation oscillation — the act of oscillating