Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. spanners:
  2. spanner:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor spanners (Nederlands) in het Duits

spanners:

spanners [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de spanners (steeksleutels)
    der Schraubenschlüssel; der Steckschlüssel

Vertaal Matrix voor spanners:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Schraubenschlüssel spanners; steeksleutels moersleutels; schroefsleutels
Steckschlüssel spanners; steeksleutels dopsleutel; moersleutels; schroefsleutels

Verwante woorden van "spanners":


Wiktionary: spanners


Cross Translation:
FromToVia
spanners Spanner Géométridés — (term, phylogénétique) zoologie|nocat=1 famille d'insectes lépidoptères (papillons) de nuit aux chenilles arpenteuses souvent ravageuses défoliateurs.

spanners vorm van spanner:

spanner [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de spanner (moersleutel; steeksleutel; schroefsleutel)
    der Mutternschlüssel

Vertaal Matrix voor spanner:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Mutternschlüssel moersleutel; schroefsleutel; spanner; steeksleutel

Verwante woorden van "spanner":