Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. schimmelen:
  2. schimmel:
  3. Wiktionary:
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. schimmeln:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor schimmelen (Nederlands) in het Duits

schimmelen:

schimmelen werkwoord (schimmel, schimmelt, schimmelde, schimmelden, geschimmeld)

  1. schimmelen (beschimmelen)
    verschimmeln
    • verschimmeln werkwoord (verschimmele, verschimmelst, verschimmelt, verschimmelte, verschimmeltet, verschimmelt)

Conjugations for schimmelen:

o.t.t.
  1. schimmel
  2. schimmelt
  3. schimmelt
  4. schimmelen
  5. schimmelen
  6. schimmelen
o.v.t.
  1. schimmelde
  2. schimmelde
  3. schimmelde
  4. schimmelden
  5. schimmelden
  6. schimmelden
v.t.t.
  1. ben geschimmeld
  2. bent geschimmeld
  3. is geschimmeld
  4. zijn geschimmeld
  5. zijn geschimmeld
  6. zijn geschimmeld
v.v.t.
  1. was geschimmeld
  2. was geschimmeld
  3. was geschimmeld
  4. waren geschimmeld
  5. waren geschimmeld
  6. waren geschimmeld
o.t.t.t.
  1. zal schimmelen
  2. zult schimmelen
  3. zal schimmelen
  4. zullen schimmelen
  5. zullen schimmelen
  6. zullen schimmelen
o.v.t.t.
  1. zou schimmelen
  2. zou schimmelen
  3. zou schimmelen
  4. zouden schimmelen
  5. zouden schimmelen
  6. zouden schimmelen
diversen
  1. schimmel!
  2. schimmelt!
  3. geschimmeld
  4. schimmelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor schimmelen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verschimmeln beschimmelen; schimmelen verschimmelen

Verwante woorden van "schimmelen":


Wiktionary: schimmelen


Cross Translation:
FromToVia
schimmelen schimmeln; verschimmeln moisirse couvrir de moisissure.

schimmelen vorm van schimmel:

schimmel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de schimmel (wit paard)
    der Schimmel; weißes Pferd

Vertaal Matrix voor schimmel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Schimmel schimmel; wit paard bederf; huiduitslag; schimmels; uitslag; verrotting
weißes Pferd schimmel; wit paard

Verwante woorden van "schimmel":


Wiktionary: schimmel

schimmel
noun
  1. een paardenras met een grotendeels witte vacht met fijne grijze of blauwige tekening
  2. een zwamsoort of substantie die op dode of levende organismen groeit.
schimmel
noun
  1. aus einem Pilz bestehender Überzug auf organischen Substanzen
  2. weißes Pferd

Cross Translation:
FromToVia
schimmel Schimmel; Mehltau mildew — growth of minute fungi
schimmel Schimmel mold — woolly or furry growth of tiny fungi

Computer vertaling door derden:


Duits

Uitgebreide vertaling voor schimmelen (Duits) in het Nederlands

schimmelen vorm van schimmeln:

schimmeln werkwoord (schimmele, schimmelst, schimmelt, schimmelte, schimmeltet, geschimmelt)

  1. schimmeln (schimmeligwerden; stocken; faulen)
    in staat van ontbinding zijn; liggen rotten

Conjugations for schimmeln:

Präsens
  1. schimmele
  2. schimmelst
  3. schimmelt
  4. schimmelen
  5. schimmelt
  6. schimmelen
Imperfekt
  1. schimmelte
  2. schimmeltest
  3. schimmelte
  4. schimmelten
  5. schimmeltet
  6. schimmelten
Perfekt
  1. habe geschimmelt
  2. hast geschimmelt
  3. hat geschimmelt
  4. haben geschimmelt
  5. habt geschimmelt
  6. haben geschimmelt
1. Konjunktiv [1]
  1. schimmele
  2. schimmelest
  3. schimmele
  4. schimmelen
  5. schimmelet
  6. schimmelen
2. Konjunktiv
  1. schimmelte
  2. schimmeltest
  3. schimmelte
  4. schimmelten
  5. schimmeltet
  6. schimmelten
Futur 1
  1. werde schimmeln
  2. wirst schimmeln
  3. wird schimmeln
  4. werden schimmeln
  5. werdet schimmeln
  6. werden schimmeln
1. Konjunktiv [2]
  1. würde schimmeln
  2. würdest schimmeln
  3. würde schimmeln
  4. würden schimmeln
  5. würdet schimmeln
  6. würden schimmeln
Diverses
  1. schimmel!
  2. schimmelt!
  3. schimmelen Sie!
  4. geschimmelt
  5. schimmelnd
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor schimmeln:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
in staat van ontbinding zijn faulen; schimmeligwerden; schimmeln; stocken
liggen rotten faulen; schimmeligwerden; schimmeln; stocken

Wiktionary: schimmeln

schimmeln
verb
  1. aangevreten worden door schimmels

Cross Translation:
FromToVia
schimmeln schimmelen; beschimmelen; verschimmelen moisirse couvrir de moisissure.

Computer vertaling door derden: