Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- omkomen:
-
Wiktionary:
- omkomen → umkommen
- omkomen → umkommen, ums Leben kommen, verenden, untergehen, zu Grunde gehen
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor omkomen (Nederlands) in het Duits
omkomen:
-
omkomen (doodgaan; overlijden; sterven; vallen; bezwijken; sneuvelen; heengaan; wegvallen; inslapen)
sterben; umkommen; entschlafen; im Sterben liegen; zugrunde gehen-
im Sterben liegen werkwoord
-
zugrunde gehen werkwoord (gehe zugrunde, gehst zugrunde, geht zugrunde, gang zugrunde, ganget zugrunde, zugrunde gegangen)
-
omkomen (doodgaan; overlijden; sterven; kapotgaan)
sterben; umkommen; entschlafen; verscheiden; hinscheiden; dahingehen-
hinscheiden werkwoord (scheide hin, scheidest hin, scheidet hin, scheidete hin, scheidetet hin, hingescheidet)
Conjugations for omkomen:
o.t.t.
- kom om
- komt om
- komt om
- komen om
- komen om
- komen om
o.v.t.
- kwam om
- kwam om
- kwam om
- kwamen om
- kwamen om
- kwamen om
v.t.t.
- ben omgekomen
- bent omgekomen
- is omgekomen
- zijn omgekomen
- zijn omgekomen
- zijn omgekomen
v.v.t.
- was omgekomen
- was omgekomen
- was omgekomen
- waren omgekomen
- waren omgekomen
- waren omgekomen
o.t.t.t.
- zal omkomen
- zult omkomen
- zal omkomen
- zullen omkomen
- zullen omkomen
- zullen omkomen
o.v.t.t.
- zou omkomen
- zou omkomen
- zou omkomen
- zouden omkomen
- zouden omkomen
- zouden omkomen
diversen
- kom om!
- komt om!
- omgekomen
- omkomend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor omkomen:
Wiktionary: omkomen
omkomen
Cross Translation:
verb
-
bij een gebeurtenis het leven laten
- omkomen → umkommen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• omkomen | → umkommen; ums Leben kommen; verenden | ↔ perish — die |
• omkomen | → umkommen; untergehen; zu Grunde gehen | ↔ périr — prendre fin ; cesser d’être. |