Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- nurks:
-
Wiktionary:
- nurks → brummig, unwirsch, unfreundlich, düster, schlechtgelaunt, widerwärtig, unangenehm, langweilig, öde
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor nurks (Nederlands) in het Duits
nurks:
-
nurks (gemelijk; knorrig; stuurs; wrevelig)
schlechtgelaunt ohne Grund-
schlechtgelaunt ohne Grund bijvoeglijk naamwoord
-
-
nurks (nors; chagrijnig; knorrig; korzelig)
knurrig; barsch; brüsk; sauertöpfisch; griesgrämig; schlechtgelaunt-
knurrig bijvoeglijk naamwoord
-
barsch bijvoeglijk naamwoord
-
brüsk bijvoeglijk naamwoord
-
sauertöpfisch bijvoeglijk naamwoord
-
griesgrämig bijvoeglijk naamwoord
-
schlechtgelaunt bijvoeglijk naamwoord
-
-
nurks (slecht gehumeurd; chagrijnig; humeurig; gemelijk; knorrig; sikkeneurig)
schlecht gelaunt-
schlecht gelaunt bijvoeglijk naamwoord
-
-
nurks (sikkeneurig; chagrijnig; humeurig; slecht gehumeurd; gemelijk; knorrig; nukkig)
schlecht gelaunt; mürrisch; launisch; nörgelig; übellaunig; launenhaft-
schlecht gelaunt bijvoeglijk naamwoord
-
mürrisch bijvoeglijk naamwoord
-
launisch bijvoeglijk naamwoord
-
nörgelig bijvoeglijk naamwoord
-
übellaunig bijvoeglijk naamwoord
-
launenhaft bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor nurks:
Verwante woorden van "nurks":
Wiktionary: nurks
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• nurks | → brummig; unwirsch; unfreundlich | ↔ bougon — (familier, fr) Qui a tendance à bougonner. |
• nurks | → brummig; unwirsch; unfreundlich | ↔ grognon — Qui grogner. — usage N’a pas de féminin quand il s’applique aux personnes. |
• nurks | → düster; schlechtgelaunt; widerwärtig; unangenehm; brummig; unwirsch; unfreundlich; langweilig; öde | ↔ maussade — D’humeur chagrin ; sombre ; ombrageux ; morose ; renfrogné. |
• nurks | → brummig; unwirsch; unfreundlich | ↔ quinteux — Qui est fantasque, qui est sujet à des quintes, à des accès de mauvaise humeur. |