Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- nazeggen:
-
Wiktionary:
- nazeggen → nachplappern, entgegnen, zurückgeben, als Antwort geben, wiederholen
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor nazeggen (Nederlands) in het Duits
nazeggen:
-
nazeggen (herhalen; napraten; nabouwen; echoën)
wiederholen; erhallen; nachsprechen; nachpladdern; widerhallen; hallen; nachsagen; echoen; einüben; widerschallen; erneuern; schallen; ertönen; nachplappern; nachher noch ein wenig plaudern; aufs neue machen-
nachsprechen werkwoord
-
nachpladdern werkwoord
-
widerschallen werkwoord (widerschalle, widerschallst, widerschallt, widerschallte, widerschalltet, widerschallt)
-
ertönen werkwoord
-
nachplappern werkwoord (plappere nach, plapperst nach, plappert nach, plapperte nach, plappertet nach, nach geplappert)
-
nachher noch ein wenig plaudern werkwoord (plaudere nachher noch ein weing, plauderst nachher noch ein weing, plaudert nachher noch ein weing, plauderte nachher noch ein weing, plaudertet nachher noch ein weing, nachher noch ein wenig geplaudert)
-
aufs neue machen werkwoord (mache aufs neue, machst aufs neue, macht aufs neue, machte aufs neue, machtet aufs neue, aufs neue gemacht)
Conjugations for nazeggen:
o.t.t.
- zeg na
- zegt na
- zegt na
- zeggen na
- zeggen na
- zeggen na
o.v.t.
- zegde na
- zegde na
- zegde na
- zegden na
- zegden na
- zegden na
v.t.t.
- heb nagezegd
- hebt nagezegd
- heeft nagezegd
- hebben nagezegd
- hebben nagezegd
- hebben nagezegd
v.v.t.
- had nagezegd
- had nagezegd
- had nagezegd
- hadden nagezegd
- hadden nagezegd
- hadden nagezegd
o.t.t.t.
- zal nazeggen
- zult nazeggen
- zal nazeggen
- zullen nazeggen
- zullen nazeggen
- zullen nazeggen
o.v.t.t.
- zou nazeggen
- zou nazeggen
- zou nazeggen
- zouden nazeggen
- zouden nazeggen
- zouden nazeggen
en verder
- ben nagezegd
- bent nagezegd
- is nagezegd
- zijn nagezegd
- zijn nagezegd
- zijn nagezegd
diversen
- zeg na!
- zegt na!
- nagezegd
- nazeggend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor nazeggen:
Wiktionary: nazeggen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• nazeggen | → nachplappern | ↔ parrot — to repeat exactly without showing understanding |
• nazeggen | → entgegnen; zurückgeben; als Antwort geben; wiederholen | ↔ redire — répéter, dire une même chose plusieurs fois. |
• nazeggen | → wiederholen | ↔ répéter — redire, dire ce qu’on a déjà dit soi-même. |