Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. majeur:
  2. Wiktionary:
    • majeur → Dur
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. majeur:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor majeur (Nederlands) in het Duits

majeur:

majeur bijvoeglijk naamwoord

  1. majeur
    dur; majeur
    • dur bijvoeglijk naamwoord
    • majeur bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor majeur:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dur majeur
majeur majeur

Verwante woorden van "majeur":

  • majeure

Wiktionary: majeur

majeur
adjective
  1. majeur
    • majeurDur



Duits

Uitgebreide vertaling voor majeur (Duits) in het Nederlands

majeur:

majeur bijvoeglijk naamwoord

  1. majeur (dur)
    majeur
    • majeur bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor majeur:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
majeur dur; majeur