Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Duits ->Zoek: kijker

Nederlandse en Duitse zoekresultaten voor: kijker

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

kijker:
- Zuschauer; Fernsehenzuschauer; Fernglas; Ferngläser; Fernrohr
Wiktionary:
- kijker → Auge, Teleskop, Fernrohr, Zuschauer, Zuschauerin, Brille, Prismenfernglas

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kijker (Nederlands) in het Duits

kijker:

kijker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de kijker (televisiekijker)
der Zuschauer; der Fernsehenzuschauer
- Zuschauer [der ~] zelfstandig naamwoord
- Fernsehenzuschauer [der ~] zelfstandig naamwoord
de kijker (verrekijker)
Fernglas; die Ferngläser; Fernrohr; der Zuschauer
- Fernglas [das ~] zelfstandig naamwoord
- Ferngläser [die ~] zelfstandig naamwoord
- Fernrohr [das ~] zelfstandig naamwoord
- Zuschauer [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kijker:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Fernglas	kijker; verrekijker	sterrenkijker; telescoop
Ferngläser	kijker; verrekijker	sterrenkijker; telescoop
Fernrohr	kijker; verrekijker	sterrenkijker; telescoop
Fernsehenzuschauer	kijker; televisiekijker
Zuschauer	kijker; televisiekijker; verrekijker	getuige; omstander; toekijker; toeschouwer

Verwante woorden van "kijker":

kijkers, kijkertje, kijkertjes

Wiktionary: kijker

Cross Translation:

From	To	Via
• kijker	→ Auge	↔ eye — organ
• kijker	→ Teleskop; Fernrohr	↔ telescope — optical instrument possessing magnification
• kijker	→ Zuschauer; Zuschauerin	↔ viewer — Someone that views some spectacle; an onlooker or spectator
• kijker	→ Zuschauer	↔ viewer — Someone who watches television
• kijker	→ Brille; Prismenfernglas	↔ jumelle — Appareil d'optique
• kijker	→ Auge	↔ œil — Organe permettant de voir