Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Duits ->Zoek: groen

Nederlandse en Duitse zoekresultaten voor: groen

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

groen:
- grün; grünlich; unreif
Wiktionary:
- groen → grün
- groen → unerfahren, unreif, grün, Grün, üppig gewachsen

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor groen (Nederlands) in het Duits

groen:

groen bijvoeglijk naamwoord

groen (groenkleurig; groengekleurd)
grün; grünlich; unreif
- grün bijvoeglijk naamwoord
- grünlich bijvoeglijk naamwoord
- unreif bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor groen:

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
grün	groen; groengekleurd; groenkleurig	nieuw; nieuwbakken; smaragd
grünlich	groen; groengekleurd; groenkleurig	groenachtig; groenig
unreif	groen; groengekleurd; groenkleurig	onbedreven; ondermaats; onervaren; ongeoefend; onrijp; onvolgroeid; onvolwassen

Verwante woorden van "groen":

groenheid, groener, groenere, groenst, groenste, groene

Antoniemen van "groen":

rijp

Verwante definities voor "groen":

jong en/of zonder ervaring¹
- hij is nog zo groen als gras¹
kleur van gras¹
- bij een groen licht mag je doorrijden¹

Wiktionary: groen

groen

adjective

die Farbe Grün zeigend, die im Lichtspektrum zwischen Gelb und Blau liegt (Wellenlänge 520–565 nm).
- grün → groen

Cross Translation:

From	To	Via
• groen	→ unerfahren; unreif; grün	↔ callow — Immature, lacking in life experience
• groen	→ grün	↔ green — having green as its colour
• groen	→ grün	↔ green — environmentally friendly
• groen	→ Grün	↔ green — colour
• groen	→ üppig gewachsen	↔ lush — dense, teeming with life
• groen	→ grün	↔ verdant — green
• groen	→ grün	↔ vert — of green colour
• groen	→ grün	↔ vert — De couleur verte
• groen	→ grün	↔ vert — Manquant de maturité

¹Muiswerk Woordenboek