Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor gaap (Nederlands) in het Duits
gaap:
Vertaal Matrix voor gaap:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Gähnen | gaap; geeuw |
Verwante woorden van "gaap":
GAAP:
Vertaal Matrix voor GAAP:
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
US-GAAP | GAAP; Generally Accepted Accounting Principles | |
US-amerikanische Rechnungslegungsvorschriften | GAAP; Generally Accepted Accounting Principles |
gapen:
-
gapen (geeuwen)
Conjugations for gapen:
o.t.t.
- gaap
- gaapt
- gaapt
- gapen
- gapen
- gapen
o.v.t.
- gaapte
- gaapte
- gaapte
- gaapten
- gaapten
- gaapten
v.t.t.
- heb gegaapt
- hebt gegaapt
- heeft gegaapt
- hebben gegaapt
- hebben gegaapt
- hebben gegaapt
v.v.t.
- had gegaapt
- had gegaapt
- had gegaapt
- hadden gegaapt
- hadden gegaapt
- hadden gegaapt
o.t.t.t.
- zal gapen
- zult gapen
- zal gapen
- zullen gapen
- zullen gapen
- zullen gapen
o.v.t.t.
- zou gapen
- zou gapen
- zou gapen
- zouden gapen
- zouden gapen
- zouden gapen
diversen
- gaap!
- gaapt!
- gegaapt
- gapend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor gapen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
gähnen | gapen; geeuwen |